In een kort geding eiste een ex-partner de medewerking van de ex-vrouw tot het ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van de ex-man. Partijen hebben in op 29 december 2011 een samenlevingsovereenkomst gesloten.
In de praktijk wordt (gelukkig) stilgestaan bij het nut van premiesplitsing bij samenwoners. Toch is het dan goed even te informeren naar de voorwaarden uit het samenlevingscontract..
Dit besluit vervangt het besluit van 15 oktober 2015, nr. BLKB2015/794M en bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtsbelasting. In dit besluit zijn nieuwe goedkeuringen opgenomen voor de situatie van afstand van een recht van opstal tegen verkrijging van een onverdeeld aandeel in een onroerende zaak en voor een verkrijging van aandelen als gevolg van een juridische moeder-dochterfusie.
Twintigers wonen minder vaak samen. 24- tot 30-jarigen die wel (on)gehuwd samenwonen gaan wat vaker uit elkaar. Van degenen die op hun 24e gingen samenwonen tussen 2011 en 2015, was 23 procent binnen vijf jaar uit elkaar. Tien jaar eerder was dat nog 18 procent. De scheidingskans van twintigers met een tijdelijk arbeidscontract is hoger dan van degenen met een vast contract. Dat meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek.
In deze zaak wensen beide partijen de woning niet toebedeeld te krijgen, omdat de financiële mogelijkheden daarvoor bij beiden ontbreken. Partijen zijn het er over eens dat de woning om die reden moet worden verkocht.
Een notaris heeft in een samenlevingscontract een beding vastgelegd waarbij de man bij verbreking van de samenwoning € 12.000,00 per jaar aan klaagster (klacht via Kamer voor het notariaat) moet betalen voor ieder jaar dat de samenwoning heeft geduurd.
De hypotheekrenteaftrek en eigenwoning leidt (ook) bij beëindiging van het samenlevingscontract tot fiscale geschillen. Dit terwijl de wet hier duidelijk in is. Hierna een praktijkcasus.
Voormalige samenlevers hebben geen samenlevingscontract opgesteld. Na relatiebeëindiging is o.a. in geschil de verdeling van de hypotheekschuld. De eigendomsverhouding is 2/3 - 1/3. De rechtbank heeft de schuldverdeling op 1/2-1/2 gesteld.
Sinds 1978 had belanghebbende een affectieve relatie met [B] (hierna: [B] ). Op enig moment zijn zij gaan samenwonen. Op 12 maart 2004 hebben zij de onderlinge verhoudingen in een samenlevingsovereenkomst vastgelegd op 60% voor [B] en 40% voor belanghebbende.
Meer weten over de heffingskortingen en de fiscale partnerregeling? Aan de hand van vragen en antwoorden komt u 'alles' te weten over deze fiscale begrippen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.