De wijzigingen van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen op 1 juli 20151 in verband met de invoering van inkomensverrekening in de Werkloosheidswet (hierna: WW) hebben voor enkele groepen WW-gerechtigden, zoals starters en herintreders, nadelige inkomensgevolgen gehad. Het WW-dagloon (en dus de uitkering) van deze groepen kon (veel) lager zijn dan voor de wijziging op 1 juli 2015.
Staatssecretaris Van Ark heeft de Eerste Kamer en de Tweede Kamer het ontwerpbesluit toegezonden. Het concept ziet op wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang aan, in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van de Wet kinderopvang).
De richtlijn hypothecair krediet regelt dat aanbieders van hypothecair krediet aan consumenten geen vergoeding in rekening mogen brengen voor vervroegde aflossing van het krediet die hoger is dan het financiële nadeel dat de aanbieder als gevolg daarvan heeft. Deze bepaling is in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) geïmplementeerd.
Via dit wijzigingsbesluit worden aanpassingen in de premiesystematiek van de Werkhervattingskas (hierna: Whk) van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) doorgevoerd. De regering wil hiermee de systematiek op specifieke onderdelen verbeteren, vereenvoudigen en harmoniseren.
Het besluit heeft tot doel om het landelijk asbest volgsysteem (LAVS) te operationaliseren. Tevens is in dat besluit bepaald dat aan enkele informatieverplichtingen op grond van het Bouwbesluit 2012 en het Asbestverwijderingsbesluit 2005 alleen nog kan worden voldaan langs elektronische weg, met gebruikmaking van het LAVS.
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 3 juli 2008, nr. CPP2008/447M. De aanpassingen betreffen met name verwijzingen naar nieuwe wetgeving. De overige aanpassingen zijn redactioneel, zonder dat een inhoudelijke wijziging is beoogd.
Deze regeling wijzigt het in de Vrijstellingsregeling Wft opgenomen Nationaal regime. Dit Nationaal regime is geïntroduceerd in 2008 in het kader van de richtlijn markten in financiële instrumenten (MiFID I). Deze richtlijn is vervangen door de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (MiFID II) die per 3 januari 2018 van toepassing is geworden. Het Nationaal regime wordt door middel van deze regeling in lijn gebracht met de nieuwe artikelen die in de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn opgenomen ter implementatie van MiFID II.
Met de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is een nieuwe regeling van de beslagvrije voet in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: de wet) geïntroduceerd. Hiermee wordt een betere bescherming van de beslagvrije voet beoogd.1 De kern van de wet is de gewijzigde berekeningswijze van de beslagvrije voet, waardoor het vaststellen van de beslagvrije voet minder afhankelijk wordt van informatieverstrekking door de schuldenaar.
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
In een wijzigingsbesluit zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd. De voornaamste aanvullingen aan de beleidsregel betreffen de omgang met tijdelijk hoge deposito’s, gestructureerde deposito’s, negatieve saldi en situaties waarin klanten in meerdere landen deposito’s aanhouden. Ook wordt een voorbeeld gegeven rondom de eigen woning.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.