12 jul 2013 Nieuws

Studieschuld in relatie tot hypotheekregels

Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) schrijft in een brief aan de Tweede Kamer over mogelijke beperkingen van leencapaciteit door de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF).
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Bij het verstrekken van een hypothecair krediet wordt altijd gevraagd naar de gehele financiële positie van de consument die een hypotheek wenst te verkrijgen, waaronder eventuele andere schulden (zoals een studieschuld). Dit gebeurt op grond van artikel 4:34 van de Wet op het financieel toezicht (Wft), dat nader is uitgewerkt in het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) en een onderliggende ministeriële regeling.

Er kan minder hypothecair worden geleend indien er sprake is van een studieschuld. Echter, een studieschuld weegt minder zwaar mee bij het aanvragen van een hypotheek dan bijvoorbeeld een consumptief krediet.

Per april 2013 gaat de hypothecair financier bij de berekening van aan de studieschuld verbonden maandelijkse financiële lasten in beginsel uit van 0,75% van de oorspronkelijke lening (bij consumptief krediet wordt hiervoor 2% aangehouden). Indien de consument tussentijds een deel van de studieschuld vervroegd heeft afgelost of wanneer de prestatiebeurs in een gift is omgezet, kan de aanbieder dit meenemen in de berekening. Het uitgangspunt is dat de uiteindelijke hoogte van het hypothecair krediet verantwoord blijft.

Het is dus niet zo dat er altijd wordt uitgegaan van de oorspronkelijke studielening bij het berekenen van de hypothecaire leencapaciteit. Het staat een aanbieder wel vrij om zelf te bepalen in hoeverre er gebruik wordt gemaakt van de geboden ruimte.

 

Bron: Rijksoverheid

Downloads

Downloads zijn alleen beschikbaar voor abonnees. Log graag in of neem een abonnement.

Lees ook…

Tijdelijke regeling hypothecair krediet

Het besluit "Tijdelijke regeling hypothecair krediet" is gepubliceerd. De verlaging met 1% naar 105 procent vanaf 1 januari 2013 is een feit. Ook wordt het toetsinkomen toegelicht: het inkomen waarvan een aanbieder van hypothecair krediet uitgaat bij het bepalen van het maximale hypothecair krediet.

Studielening wordt de grootste particuliere schuld na hypotheken

De studielening wordt een van de grootste schulden in Nederland wanneer het nieuwe studieleenstelsel er doorkomt. De totale schuldenlast wordt binnen enkele jaren groter dan die van consumptief krediet. Dit voorspelt Peter van den Bosch, directeur van BKR. In het nieuwe sociaal leenstelsel krijgen pas afgestudeerden te maken met een hogere studieschuld dan nu het geval is. Een schuld die in het meest ongunstigste geval kan oplopen tot wel 122.300 euro wat gelijk staat aan een maandelijks aflosbedrag van 1.140 euro. In de berekeningen van de minister wordt rekening gehouden met een rentepercentage van 0,6 procent en wordt de ontwikkeling van de rente niet meegenomen. Dit geeft een onrealistisch beeld van de toekomstige situatie. Het beeld ziet er als volgt uit:

BKR stuurt brief aan minister Bussemaker omtrent registreren studieschulden

Eerder deze week stuurde BKR minister Bussemaker een brief om haar standpunt rondom over het registreren van studieschulden te verduidelijken. Nieuwsfeiten: •BKR pleit voor positief registreren studieschulden •Huishoudens met een studieschuld hebben vaak ook andere schulden •BKR onderschrijft dat de studielening geen consumptief krediet is, maar het is wel een lening. •Onder HBO en WO afgestudeerden stijgt het percentage van mensen met een achterstand om rekeningen terwijl lagere- en middelbare opleidingsniveaus een daling laten zien