16 mrt 2018 Nieuws

BKR registratie vanwege €54 achterstand

Vanwege een betalingsachterstand van €54 (3 maand termijnen van €18) heeft betrokkene (klager bij BKR) een A codering gekregen.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Bij de in deze zaak te maken belangenafweging dienen de volgende (vaststaande) feiten en
omstandigheden in aanmerking te worden genomen:

  • Betrokkene heeft meerdere kredieten op zijn naam. De registratie in kwestie is echter de enige negatieve registratie.
  • Betrokkene heeft een druk maatschappelijk bestaan waarbij hij veel in het buitenland verblijft, en zodoende niet altijd tijdig van post kennisneemt.
  • De A is gemeld op 15 februari 2017, de ingebrekestelling is gestuurd op 16 februari 2017 en betrokkene heeft de achterstand betaald op 20 februari 2017, dus vrijwel direct na ontvangst van de ingebrekestelling. De Commissie acht aannemelijk dat betrokkene de A had kunnen voorkomen, als hij de vooraankondiging had ontvangen, ervan uitgaande dat hij deze niet heeft gezien.
  • Het gaat niet om een hoog bedrag. De maandtermijn was EUR 18 en de betalingsachterstand na drie maanden EUR 54.

Correspondentie

Wat partijen verdeeld houdt, is de vraag of de vooraankondiging betrokkene heeft bereikt. Betrokkene heeft dat betwist terwijl de deelnemer erop wijst dat alle correspondentie die aan de vooraankondiging vooraf ging en de correspondentie erna de betrokkene wel hebben bereikt.
Opmerkelijk is immers dat betrokkene niet heeft gehandeld nadat de vooraankondiging aan hem was verstuurd, maar hij wel de hele achterstand heeft betaald na ontvangst van de ingebrekestelling die ruim een week later is verstuurd en waarvan betrokkene de ontvangst niet betwist. De Commissie leidt hieruit af dat betrokkene de achterstand zou hebben kunnen betalen als hij de vooraankondiging zou hebben ontvangen en gelezen. Hoewel de Commissie aanneemt dat de vooraankondiging is verzonden, is deze betalingswil een relevante afweging bij de proportionaliteitstoetsing.

Proportionaliteitsbeginsel

Op basis van deze en de eerder genoemde omstandigheden oordeelt de Commissie, dat het thans nog laten voortduren van de registratie in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel. De op dit moment bekende feiten duiden erop dat sprake is geweest van een incident, dat betrokkene geen structurele wanbetaler is. Ongewijzigde instandhouding van de registratie zou betekenen dat de negatieve registratie nog tot 2022 in het register zou zijn opgenomen en dat staat – gelet op de genoemde omstandigheden - niet in redelijke verhouding tot de omvang en de duur van de niet nagekomen betalingsverplichting, mede gelet op het doel dat de registratie dient.

 

Bron: BKR

Downloads

Downloads zijn alleen beschikbaar voor abonnees. Log graag in of neem een abonnement.

Rubrieken

Dossiers

Opvoerdatum

16 mrt 2018

Laatst gewijzigd

16 mrt 2018