31 okt 2019
Nieuws
EWR blijft weerbarstig - Rectificatie
Wellicht had u de casus '1+1 = 3?' goed beantwoord. Nu een kleine variant.
Relatie A: 100% eigenaar van een hypotheekvrije woning met een vrije marktwaarde van €200.000.
Relatie B wenst in te trekken bij relatie A, waarbij 50% van de woning van A wordt verworven. Relatie B is starter en heeft geen eigen middelen. De verwerving ad €100.000 (50% van €200.000) wordt gefinancierd met een annuïtaire lening (360 maanden). In een draagplichtovereenkomst wordt de schuld van B vastgelegd.
Echter, ook nu botert het na een jaar niet zo goed meer tussen A en B. De relatie wordt beëindigd en de populaire woning wordt (direct) verkocht (opbrengst €200.000).
- Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
- Kennisbank met 1000+ artikelen
- Rekenmodellen en downloads
- Persoonlijk archief
- Inclusief Permanent Actueel module!!
Vraag is: hoeveel bedraagt de eigenwoningreserve van A en B samen?
De gezamenlijke eigenwoningreserve bedraagt:
A) €100.000
B) €203.000 (aflosstand is van B is €97.000)
C) €300.000
Zie download voor uitwerking.
31-10-2019
Door een Fintool lezer werden we op het aanvullende wetsartikel gewezen, waardoor de eigenwoningreserve gunstiger uitvalt voor relatie.
De Fintool helpdeskvraagstellers weten het wel. De wet is niet altijd 'logisch'. Zo werd de volgende 'eenvoudige' casus voorgelegd.
Relatie A: 100% eigenaar van een hypotheekvrije woning met een vrije marktwaarde van €200.000
Relatie B: heeft een eigenwoningreserve van €100.000. A en B wensen samen te gaan wonen. B wenst 50% van de woning van A te kopen. B verwerft voor €100.000 en dient (fiscaal) de eigenwoningreserve ad €100.000 te verrekenen.
Nieuwe box 1 schuld nihil. Tot zover (fiscaal) logisch.