12 nov 2019 Nieuws

Geschillencommissie BKR uitspraken

In een drietal uitspraken wordt 1 keer een directe verwijdering toegekend, 1 keer een vervroegde einddatum en 1 keer wordt een klacht afgewezen. De Geschillencommissie houdt zeker rekening met 'goed gedrag'.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Voor een geslaagd beroep op disproportionaliteit is vereist dat betrokkene een belang stelt en zo nodig aantoont, in de vorm van bijvoorbeeld een vanwege de aangevochten registratie afgewezen financieringsaanvraag, dat hij of zij heeft bij schrapping van de registratie. Ook moeten er voldoende (bijzondere) omstandigheden zijn gesteld zodat aannemelijk is dat ondanks de correcte registratie in dit specifieke geval betrokkene geen (structurele) wanbetaler is waartegen potentiële kredietverstrekkers of betrokkene zelf moeten worden beschermd.

1) Afwijzing

Het voorlopig oordeel van de Commissie is dat betrokkene het contract wel is aangegaan [valse handtekening niet aangetoond]. Zij baseert zich daarbij op de handtekening die behoorlijke gelijkenissen vertoont met de huidige handtekening van betrokkene, het feit dat betrokkene zonder voorbehoud de schuld heeft afgelost, het ontbreken van een strafaangifte in verband met de in de ogen van betrokkene vervalste handtekening.

2) Directe verwijdering RH (Restschuld Hypotheek).

Nadat de woning uiteindelijk was verkocht (oktober 2016) en er een restschuld (€40.511) overbleef heeft betrokkene deze geheel zelf betaald. Daartoe was betrokkene enerzijds verplicht, maar het is de Commissie bekend dat het in vergelijkbare situaties lang niet altijd gebeurt dat slechts één van de hoofdelijke aansprakelijke partijen de gehele schuld terugbetaalt. Ook dit weegt daarom in het voordeel van betrokkene.

3) Vervroeging einddatum registratie

Geen geldig argument
Betrokkene had zorgvuldiger kunnen handelen door de kredietverstrekker in kennis te stellen van de gebrekkige bezorging van de post, om veilig te stellen dat de kredietverstrekker met betrokkene kon blijven communiceren over het krediet.

Toch heeft de Commissie de overtuiging gekregen dat betrokkene geen wanbetaler is waartegen de branche blijvend moet worden beschermd. Dit wordt bevestigd door het feit dat betrokkene ruim een week na de achterstandsmelding de achterstand al heeft ingelopen en ook een andere schuld ineens geheel heeft afbetaald. De overige schulden van betrokkene die zijn geregistreerd in het CKI kennen ook geen negatieve betalingscoderingen. De huidige financiële positie van betrokkene is onweersproken gezond met een fors bedrag aan overwaarde in de woning van betrokkene.

Indien de registratie ongewijzigd in het CKI blijft staan, dan wordt deze pas geschoond per 27 december 2023 (vijf jaren na de werkelijke einddatum). De Commissie acht dat niet proportioneel in verhouding tot de verwijtbaarheid van de registratie aan de zijde van de betrokkene en alle omstandigheden van het geval. Anderzijds is de Commissie ook van oordeel dat de registratie niet met onmiddellijke ingang moet worden geschrapt. Alle omstandigheden in aanmerking nemend is de Commissie van oordeel dat de registratie per 1 december 2021 geheel uit het CKI moet worden geschrapt.

 

Bron: BKR

Rubrieken

Dossiers

Opvoerdatum

12 nov 2019

Laatst gewijzigd

12 nov 2019