Zelfstandigen die ziek worden, lopen grote risico’s op een zware teruggang in inkomen. Zij kunnen zich hier particulier voor verzekeren. Maar in de praktijk doet een grote groep dat niet. Soms omdat de kosten te hoog zijn maar ook omdat zij geen verzekering kunnen afsluiten omdat zij bijvoorbeeld door hun leeftijd, medische aandoening of medische geschiedenis uitgesloten worden. Het kabinet wil daarom dat er voor zelfstandigen, net als voor werknemers, een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt die voor iedereen toegankelijk is. Ook zorgt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor een gelijker speelveld tussen zelfstandigen onderling en tussen werknemers en zelfstandigen. Daarnaast voorkomt het dat risico’s rond arbeidsongeschiktheid worden afgewenteld op de samenleving.
De BAZ komt voort uit een voorstel van de Stichting van de Arbeid. Het is een onderdeel van het arbeidsmarktpakket. Dit pakket moet zorgen voor een beter werkende arbeidsmarkt. Ook is het een afspraak uit het pensioenakkoord. Het kabinet heeft het voorstel verder uitgewerkt met de werkgevers-, werknemers-, zelfstandigenorganisaties en verzekeraars. Tijdens de internetconsultatie toetsen de beoogde uitvoerders ook de uitvoerbaarheid van dit wetsvoorstel.
De BAZ is uitgewerkt aan de hand van 3 uitgangspunten: betaalbaar, uitlegbaar en uitvoerbaar. De wet is als volgt vormgegeven:
Klik hier voor de internetconsultatie.
4.3 Niet verzekerd zijn
4.3.1 Meewerkend partner
4.3.2 Resultaatgenieters
4.3.3 DGA’s
4.3.4 Gemoedsbezwaarden
4.3.5 Winst als medegerechtigde
4.3.6 Privaat verzekerden (Opt-out)
4.3.7 Overig
In het bovenstaande zijn de belangrijkste uitzonderingen op de kring van verzekerden genoemd. Er zijn verschillende andere uitzonderingen.
Dit wetsvoorstel regelt ten eerste welke zogenaamde vreemdelingen niet verzekerd zijn voor deze wet.
Ten tweede zijn zelfstandigen die de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, niet verzekerd; zij worden dus ook niet in de premieplicht betrokken en een eventueel recht op uitkering vervalt.
Ten derde bevat dit wetsvoorstel een delegatiebepaling, waarin op het niveau van een algemene maatregel van bestuur de kring van verzekerden kan worden beperkt of uitgebreid.
Ten vierde: de verzekeringsplicht geldt niet voor de periode dat de zelfstandige niet is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Deze koppeling aan het handelsregister is onder andere noodzakelijk om te voorkomen dat een zelfstandige die stopt met zijn onderneming, en wiens private arbeidsongeschiktheidsverzekering eindigt met het einde van de onderneming, voor de rest van dat fiscale jaar nog publiek verzekerd wordt en daarvoor publieke premie moet betalen.
5.4 Uitsluitingsgronden
...
Het niet in Nederland wonen
Net als in de Wet WIA en de WAZ geldt ook voor uitkeringen op grond van deze wet dat zij in beginsel niet exporteerbaar zijn (dat wil zeggen dat zij niet worden uitgekeerd als de betrokkene in het buitenland woont). Met andere woorden: toepassing van deze uitsluitingsgrond heeft tot gevolg dat er geen recht op een uitkering ontstaat indien men niet in Nederland woont. Ook een eventueel eerder ontstaan recht op een uitkering eindigt als men niet meer in Nederland woont.
Op bovenstaande gelden uitzonderingen. De zogenaamde exportbeperking is niet van toepassing op de verzekerde die woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op een uitkering kan bestaan.
...
...
Het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd
Overlijden
10.7.3 Beëindiging van de verzekering door de private verzekeraar
UWV stuurt de private verzekeraar maandelijks een factuur voor de stabiliteitsbijdrage die de verzekeraar dient te betalen op basis van het op dat moment geldende aantal opt-outs die zijn aangevraagd door de betreffende verzekeraar.
Artikel 56d. Premiepercentage
De hoogte van de premie wordt conform het voorgestelde artikel 56d door UWV vastgesteld op een percentage van het premie-inkomen. Dit om de benodigde flexibiliteit te kunnen garanderen in het vaststellen van het juiste premiepercentage. Zie hiervoor nader paragraaf 9.5 van het algemeen deel van deze toelichting. Vanwege de hiervoor beschreven aftopping van de maatstaf van de premie op 142,86% van het wettelijk minimumloon per jaar is het daadwerkelijke percentage dat een zelfstandige aan premies moet voldoen lager dan het vastgestelde percentage, indien de zelfstandige meer dan 142,86% van het wettelijk minimumloon per jaar aan winst geniet.
Artikel 56e. Hoogte stabiliteitsbijdrage
Het voorgestelde artikel 56e regelt de hoogte van de stabiliteitsbijdrage. Deze wordt bij regeling van Onze Minister vastgesteld om de benodigde flexibiliteit te kunnen garanderen. Anders dan de premie wordt voor de stabiliteitsbijdrage niet gekeken naar het inkomen van de zelfstandige waarvoor de verzekeraar de stabiliteitsbijdrage afdraagt. In plaats daarvan geldt hetzelfde bedrag voor alle verzekerden voor wie de stabiliteitsbijdrage verzekerd is. Namelijk een vast te stellen percentage van de maximale grondslag voor de premieheffing, bedoeld in artikel 56c, derde lid.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668