Met een brief informeert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de sector over een aanvulling van de leidraad ‘Vergoeding vervroegde aflossing van de hypotheek’. In deze Leidraad uit 2017 is toegevoegd op welk moment de vergelijkingsrente wordt vastgesteld. De sectorbrief en de aanvulling zijn vooraf geconsulteerd bij marktpartijen.
Een huiseigenaar is tekort geschoten in haar verplichtingen jegens de geldverstrekker. Zij heeft zonder toestemming van de geldverstrekker het pand verhuurd. Nadat de Belastingdienst aan de bank kenbaar had gemaakt dat zij voornemens was de executoriale verkoop van het pand op te starten heeft de geldverstrekker de executie overgenomen en op grond van artikel 3:268 BW aan een notaris opdracht gegeven tot veiling van het registergoed.
In lijn met eerdere uitspraken heeft Kifid (opnieuw) beslist dat bij verwerving door de achterblijvende partij geen sprake is van verkoop door de vertrekkende partij waardoor boetevrij zou kunnen worden afgelost.
De consumenten hebben een hypothecaire geldlening die uit twee leningdelen bestaat. Omdat de rentevastperiode van een leningdeel per 1 maart 2021 zou aflopen, heeft de bank de consumenten hierover geïnformeerd. Voor het andere leningdeel stond de rente vast tot 1 maart 2031. De consumenten hebben vervolgens een voorlopige berekening van de vergoeding voor vervroegd aflossen van hun hypothecaire geldlening opgevraagd.
De consumenten willen hun huidige hypothecaire geldlening boetevrij met eigen middelen aflossen om daarna een tweede hypothecaire geldlening af te sluiten met een lagere rente.
De consumenten zijn van mening (Kifid klacht) dat de vergelijkingsrente gebaseerd moet worden op de rente die gold op het moment dat hun hypotheekdossier compleet was, dan wel de rente die gold op het moment van opvragen van de definitieve aflosnota.
Aan de geldlening is een spaarverzekering gekoppeld die bij een verzekeraar is afgesloten. De consument wil de geldlening met (onder meer) de spaarverzekering helemaal aflossen.
De Bank heeft op verzoek van Consumenten een pro forma aflosnota opgemaakt, maar heeft de berekening op een foutieve risicoklasse gebaseerd. Consumenten hebben vervolgens een substantieel deel van de hypothecaire geldlening vervroegd afgelost en een definitieve aflosnota opgevraagd.
Consument heeft een terugbetaalnota bij de Bank opgevraagd omdat zij haar hypothecaire geldlening naar een andere bank wilde oversluiten. In de voorlopige terugbetaalnota staat dat Consument een vergoeding van € 0,00 moet betalen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.