De Rabobank had een restantvordering uit handen gegeven aan een deurwaarder ter incasso. De deurwaarder weigerde om op basis van de hypotheekakte de restantvordering op andere goederen van de voormalige woningeigenaar te innen.

Indien de rechter de Rabobank in het ongelijk stelt, zal bij een restantschuld via de rechtbank een ‘nieuwe’ titel verkregen dienen te worden op basis waarvan executiemaatregelen getroffen kunnen worden om die restantschuld uit te winnen. Volgens de Rabobank ging in het 2011 om 40 tot 60 gevallen en zou het in 2012 rond de 100 gevallen kunnen worden.

De Hoge Raad zal nu voortvarend een oordeel geven over de kwestie. Tot die tijd wordt het kort geding aangehouden.

** De vraag die rechter aan de Hoge Raad stelt:

Levert de grosse van de tussen partijen opgemaakte notariële hypotheekakte tevens een executoriale titel op in de zin van artikel 430 Rv, voor de na uitwinning van het hypotheekrecht overgebleven restantvorderingen uit hoofde van de overeenkomsten van geldlening die ten tijde van het verlijden van de hypotheekakte reeds bestonden?

Restantschuld

Ongeacht de uitspraak, zal de schuldenaar niet van zijn schuld af zijn. Doordat de bank zijn vordering via de rechtbank moet laten lopen (ingeval de Rabobank in het ongelijk gesteld wordt), zullen de kosten enkel oplopen en zal enige vertraging in het incassotraject kunnen ontstaan.

Latere toevoeging: uitspraak Rechtbank in het nadeel van de Rabobank

"Levert de grosse van de tussen partijen opgemaakte notariële hypotheekakte tevens een executoriale titel op in de zin van artikel 430 Rv, voor de na uitwinning van het hypotheekrecht overgebleven restantvorderingen uit hoofde van de overeenkomsten van geldlening die ten tijde van het verlijden van de hypotheekakte reeds bestonden?"

De (standaard)hypotheekakte die de bank in dit geval heeft gehanteerd voldoet niet aan deze eisen en kan daarom niet als executoriale titel worden gebruikt voor de ‘restschuld’ die na uitwinning van het hypotheekrecht nog bestaat.