Vooruitbetaling voor de overname van het aandeel in de eigen woning van de partner bij echtscheiding

De lening voor de betaling door de 'blijvende partij' (die in de woning achterblijft), hierna te noemen 'Q' aan zijn vertrekkende ex-partner (hierna te noemen 'R', vooruitlopend op de definitieve afwikkeling van de echtscheiding, kan niet worden behandeld als eigenwoningschuld.

De blijvende partij (Q) kan de rente over de nieuwe lening niet aftrekken. Die lening wordt voor hem niet behandeld als een eigenwoningschuld zolang de scheiding nog niet is afgewikkeld en de boedel nog niet is verdeeld. Tot die tijd is de woning gezamenlijk eigendom. De lening is dus (nog) niet besteed aan de overname door Q van het aandeel van R in de woning. Q en R zijn weliswaar overeengekomen dat Q de woning zal overnemen, maar die intentie is nog geen overdracht van een eigen woning.

Vanaf het moment dat Q het aandeel van zijn ex-partner in de woning daadwerkelijk heeft overgenomen (bij de boedelscheiding na de inschrijving van het echtscheidingsconvenant) kan de lening voor Q worden behandeld als een eigenwoninglening. Dat is afhankelijk van de wijze waarop de boedel wordt verdeeld.

Sinds 1 januari 2013 dient het leningdeel dat betrekking heeft op het overgenomen aandeel (overdracht) annuitair/lineair te worden afgelost.