Beoogde verbouwing en verhoogde inschrijving

Was de adviseur op de hoogte van de verbouwplannen?

De consumenten hebben gesteld dat zij eind 2018, bij het aangaan van de opdracht tot dienstverlening met de adviseur, uitdrukkelijk hebben aangegeven dat er nog een grondige verbouwing nodig zou zijn voordat de (aan te kopen) woning geschikt zou zijn voor bewoning. Dit zou meerdere keren met de adviseur zijn besproken, waarbij hij zou hebben bevestigd dat een verhoging later kon worden aangevraagd. De verbouwing was volgens de consumenten gepland voor 2019 en de kosten daarvan geraamd op € 70.000,-.

Naar het oordeel van de commissie lag het op de weg van de adviseur om die wens en of noodzaak nader bij de consumenten te inventariseren en bij zijn advies te betrekken en na te gaan of een (latere) verhoging van de hypothecaire geldlening bij de bank daadwerkelijk mogelijk zou zijn.

Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mag bovendien verwacht worden dat hij op de hoogte is van het acceptatiebeleid van de te kiezen geldverstrekker, wat in dit geval betekende dat de bank een lager toetsinkomen berekende dan (bepaalde) andere banken. De adviseur heeft nagelaten de wensen, doelen en mogelijkheden van de consumenten voldoende te inventariseren en hen niet gewaarschuwd voor het feit dat zij op basis van hun inkomensgegevens bij de bank (slechts) een extra financiering van circa € 8.000,- zouden kunnen verkrijgen, terwijl bij de hypotheekakte al rekening is gehouden met een (veel) hogere inschrijving, te weten van € 315.000,-.
Hoewel een hogere inschrijving over het algemeen gebruikelijk is, maakt het grote verschil te meer aannemelijk dat de consumenten de geldlening wilden verhogen en dat gesproken is over de wens en noodzaak van een verbouwing. Welke wens dan wel noodzaak door de adviseur onvoldoende is onderzocht en door hem niet bij zijn advies is betrokken.

De adviseur is derhalve toerekenbaar tekortgeschoten in zijn verplichtingen tegenover de consumenten.

De beslissing

De commissie beslist dat de adviseur een bedrag van € 3.500,- aan de consumenten vergoedt.

Lees hier de volledige uitspraak.

Bron: Kifid