AFM doet aangifte tegen TRE Investments II

·       het totaal aan ingelegde gelden;

·       de juridische relatie met de entiteit TRE Turkije, aan wie TRE II 46.465.000,- euro verstrekt;

·       de gestelde zekerheden en besteding van de gelden die door TRE II zijn aangetrokken;

·       nog uit te voeren investeringen en verwachte opbrengst van het project “New Venice Park”;

·       de bezittingen en schulden van TRE Turkije;

·       de gestelde zekerheden van de Stichting Garantiegelden TRE II die beheerd worden ten behoeve van de obligatiehouders.

 

De dwangsom bedraagt 4.000 euro voor iedere kalenderdag of gedeelte daarvan dat TRE II niet voldoet aan de voornoemde last, tot een maximum van 80.000 euro. Op 5 mei 2009 had de AFM al een last onder dwangsom opgelegd aan TRE Investements VI B.V. (TRE VI). Daaraan is voldaan.

 

Aangifte
Naast de last onder dwangsom heeft de AFM bij het OM aangifte gedaan tegen TRE Investments B.V. van mogelijke oplichting en verduistering. TRE II heeft vanaf 2005 obligaties vanaf 50.000 euro uitgegeven voor de financiering van een project van villa’s en appartementen (New Venice Park) in een resort in Turkije.

 

De AFM heeft vastgesteld dat de gelden die zijn aangetrokken voor dit onroerend goed project, totaal ruim 47 miljoen euro, niet of slechts beperkt zijn gebruikt voor de financiering van het project. TRE II heeft geld doorgeleend aan Turkse bedrijven (TRE Turkije) en zogenaamde management BV’s in strijd met beloftes aan de obligatiehouders. TRE II heeft noch de AFM noch haar obligatiehouders hierover essentiële informatie verstrekt ondanks meerdere verzoeken.

 

In de brochure voor obligatiehouders zijn beloftes gedaan aan potentiële obligatiehouders over het vestigen van hypotheken en het gebruik van derdegeldenrekeningen van een notaris. De gestelde zekerheden zouden beheerd worden door de Stichting Garantiegelden TRE II ten behoeve van de obligatiehouders. Ook over deze beloofde garanties en de Stichting heeft TRE II na herhaalde verzoeken van de AFM, geen duidelijke informatie verstrekt.

 

De AFM doet soortgelijk onderzoek naar andere TRE-vennootschappen die naar schatting gezamenlijk rond de 70 miljoen euro hebben opgehaald. Tot oktober 2008 is door TRE-vennootschappen na uitgifte van obligaties de daarop verschuldigde rente aan obligatiehouders uitbetaald. Hierna zijn de rentebetalingen gestopt en voor zover de AFM bekend zijn geen obligatieleningen terugbetaald.

 

Tot 15 oktober 2008 had de AFM geen mogelijkheden om op te treden bij obligatieleningen boven de 50.000 euro. Toen is de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) in werking getreden. Hiermee is ook de richtlijn Oneerlijke handelspraktijken (Wet Ohp) geïmplementeerd die oneerlijke handelspraktijken tegen consumenten wil verbieden en eerlijke handel wil bevorderen.

 

De AFM is door de Whc als toezichthouder aangewezen voor zover de oneerlijke handelspraktijken te maken hebben met financiële diensten en activiteiten. Wanneer het om andere diensten en activiteiten gaat, houdt de Consumentenautoriteit toezicht. Met deze nieuwe regels kan de AFM ook toezicht houden op financiële diensten en activiteiten die vrijgesteld zijn van het Wft-toezicht, zoals investeringen van meer dan 50.000 euro. De Whc staat publicatie van een last ook toe wanneer hieraan is voldaan.

 

Bron: AFM, 13-07-2009