Een zelfstandig medisch specialist had sinds 1 augustus 2002 een aanvullende aov bij een in Duitsland gevestigde verzekeraar. De rechtbank Breda had eerder beslist dat de specialist die premies in aftrek kon brengen als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. De inspecteur ging daarop in hoger beroep.
Om de premie van een aov voor Nederlandse belastingplichtigen aftrekbaar te laten zijn, moeten buitenlandse verzekeraars zich wenden tot de Nederlandse autoriteiten om aangewezen te worden als toegelaten verzekeraar. Volgens het hof kan deze aanwijzing buitenlandse verzekeraars ervan weerhouden hun diensten in Nederland aan te bieden wegens de kosten, waarmee zo'n aanwijzing gepaard gaat.
De in de Wet op de inkomstenbelasting verlangde zekerheidsstelling geeft een kostprijsverhogend effect voor de buitenlandse verzekeraars en daarmee een concurrentienadeel ten opzichte van verzekeraars met een Nederlandse vestiging van wie geen zekerheidsstelling wordt verlangd.
Aan de andere kant weerhoudt het Nederlandse belastingplichtigen een aov bij buitenlandse verzekeraars te sluiten, als de premie daarvan niet aftrekbaar is. Volgens het hof vormt de eis van de aanwijzing een niet te rechtvaardigen belemmering voor de vrije dienstverrichting zoals opgenomen in het europese recht (EG-verdrag). Bovendien is de eis disproportioneel te noemen.
De belemmering kan ook niet worden gerechtvaardigd door bepaalde overwegingen, zoals: de doeltreffendheid van de fiscale controles, bestrijding van belastingvlucht en het waarborgen van het Nederlandse belastingstelsel. Het hof beslist dan ook dat de aan de Duitse verzekeraar betaalde aov-premie gewoon aftrekbaar is.
Bron: PleinPlus, 13-07-2009
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668