Icesave begint met terugbetalen

Icesave viel in oktober 2008 om en IJsland moest daarom Nederlandse spaarders compenseren voor 1,3 miljard euro. In Groot-Brittannië was dat 2,5 miljard. IJsland bleek hiertoe echter niet in staat en Nederland en Engeland schoten het bedrag daarom voor. Twee maal werden er overeenkomsten gesloten tussen de drie landen over het terugbetalen van de 3,8 miljard. Deze werden echter beide in referenda afgewezen door de IJslandse bevolking.

 

90 procent terug

'De zaak zal nu geregeld worden door tussenkomst van de bevoegde rechters', schrijft premier Sigurdardottir. Maar mogelijk hoeven die helemaal niet in actie te komen, suggereert ze. 'Ongeacht de uitkomst van welke rechtsgang ook', schrijft de premier, 'zal Nederland geld ontvangen uit de Landsbanki-boedel.' Die boedel heeft volgens de curator een waarde van 7 miljard euro, wat 89 procent van de vorderingen van preferente schuldeisers zou dekken. De uitbetalingen zullen volgens de premier dan ook 'ruimschoots' genoeg zijn om 'alle spaarders' voor minstens 90 procent te compenseren. Daar horen ook de gemeenten en provincies bij, die tientallen miljoenen bij Icesave hadden gestald.

 

In beroep

Volgens de IJslandse rechter zijn Nederlandse en Britse spaarders en overheden preferente schuldeisers. Banken die geld in Landsbanki hebben gestoken, hebben het nakijken. Zij zijn dan ook in beroep gegaan tegen de gerechtelijke uitspraak. Zouden er geen schuldeisers met voorrang zijn, dan zou iedereen circa 40 procent van zijn geld terugkrijgen.

 

Bron: De Volkskrant, 14-04-2011