In 10 jaar tijd moet een fonds met een totale omvang van 1 procent van alle bij banken uitstaande spaartegoeden worden opgebouwd. Het fonds zal zo ongeveer 4 miljard euro omvatten. Om dit te bereiken, gaan banken vanaf juli 2012 elk kwartaal een bijdrage van minstens 0,025 procent van hun spaartegoeden betalen. Hier bovenop komt een opslag afhankelijk van het risico dat een bank neemt van 0 tot 0,025 procent.
De hoogte van de risico-opslag wordt vastgesteld door De Nederlandsche Bank (DNB) op basis van vooraf vastgelegde normen. Hierbij wordt gekeken naar de risicovolle bezittingen en de vermogenspositie van de bank.
Als een bank omvalt, krijgen spaarders dankzij de depositogarantieregeling tot 100.000 euro van hun tegoeden vergoed. Nu worden de kosten hiervan omgeslagen over alle banken. In de toekomst zal het nieuwe fonds geld uitkeren aan DNB die daarmee de tegoeden vergoedt.
Het belangrijkste voordeel van een fonds is dat omvallende banken in ieder geval ook hebben bijgedragen aan de opvang van hun spaarders. Bij het faillissement van DSB moesten de achterblijvende collega-banken alles opvangen.
De afgelopen maanden is er flink gesteggeld over die risicoweging en risico-opslag. Met name goed gekapitaliseerde banken als Rabo wilden een stevige risico-opslag. Die opslag kan in het voorstel oplopen tot 100% van het basisbedrag dat iedere bank in tien jaar moet opbouwen: 1% van alle middelen die in deposito zijn gegeven.
Bronnen: De Financiële Telegraaf / FD, 02-08-2011
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99