Restschuld voor kwart huizenbezitters

ING gaat er vanuit dat de huizenprijzen dit jaar en ook volgend jaar met 5 procent zakken. Die inschatting is gebaseerd op de aanname dat de woningmarktmaatregelen uit het Lenteakkoord per 1 januari 2013 worden uitgevoerd.

Ongeveer 3,5 miljoen huishoudens hebben een koopwoning die met een hypotheek is belast. Halverwege 2011 hadden ruim 500.000 huishoudens een potentiële restschuld bij verkoop van de woning. Volgens ING stijgt dit aantal volgend jaar naar 800.000 huishoudens.

Een deel van de 800.000 huishoudens zal de restschuld kunnen opvangen met spaargeld of ander kapitaal. Ruim 200.000 gezinnen hebben echter een (potentiële) restschuld van 30.000 euro of meer, terwijl de helft van de huishoudens vorig jaar 16.000 euro of minder aan spaargeld en beleggingen bezat.

Minder huizen te koop
Dat steeds meer huizenbezitters een restschuld aan de verkoop van de woning overhouden, wordt langzamerhand zichtbaar aan de aanbodkant van de woningmarkt. ING signaleerde in juni al dat het aantal te koop staande woningen in mei onverwacht was gedaald. Steeds meer potentiële verkopers komen tot de conclusie dat het geen zin heeft hun huis te koop te zetten, omdat de huizenprijzen zover zijn gedaald, dat ze ‘onder water’ staan.

Dit zou betekenen dat steeds meer huiseigenaren van verkoop afzien naarmate de prijzen verder dalen. Anderen zullen hun nog niet verkochte huis van de markt halen. Het aanbod zal daardoor voor een steeds groter deel bestaan uit woningen van mensen die wel móéten verhuizen en van verkopers die een huis geërfd hebben waar ze zelf niet in willen wonen.

Jongeren wachten af
ING concludeert ook dat de woningmarkt voor jongeren volledig op slot zit. Onder jongeren is de animo om een huis te kopen, gedaald. Ze wachten nog steeds op het goedkoper worden van de huizen. Ook de strengere hypotheekregels houden de handel op de markt tegen.

Bronnen: De Telegraaf / FD / De Volkskrant, 10-08-2012