Proef om gestolen auto’s sneller terug te vinden

De snellere signalering is mogelijk door nauwe samenwerking tussen verzekeraars, politie en RDW. Na melding van een diefstal maken de verzekeraars direct een digitale melding aan die vervolgens wordt doorgestuurd naar het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) (een samenwerkingsverband van politie, RDW, Belastingdienst en de Stichting verzekeringsbureau voertuigcriminaliteit). Behalve auto’s gaat het ook om vrachtwagens, motoren en andere voertuigen met een kenteken. Het LIV verwerkt de digitale melding tot een aangifte in het registratiesysteem van de politie. Door de snellere signalering gaat de pakkans van autodieven omhoog. Ook krijgt de politie nauwkeurige informatie over de wijze waarop een voertuig is ontvreemd.

De snellere registratie verkort ook de termijn waarin de eigenaar van een gestolen auto of een ander voertuig nog aansprakelijk kan worden gesteld. De RDW stuurt de eigenaar binnen een dag een verklaring waarin staat dat het kenteken is ingetrokken en de eigenaar niet langer aansprakelijk is. Bovendien hoeft de eigenaar van een gestolen voertuig niet meer naar het politiebureau om aangifte te doen.

De pilot begint op 1 februari in de politieregio Brabant Oost en duurt 6 maanden. Staatssecretaris Teeven tekende daarvoor namens de minister vandaag in Zoetermeer een convenant met de RDW, de politie, het Verbond van Verzekeraars en de Stichting VbV.

In Nederland worden jaarlijks circa 30.000 voertuigen gestolen met een jaarlijkse schadelast van 205 miljoen euro. Ongeveer een derde daarvan wordt teruggevonden. Als de proef een succes is, wordt deze aanpak landelijk ingevoerd. De verwachting is dat er dan landelijk per week tien gestolen voertuigen meer teruggevonden worden dan nu.
 

Bron: Rijksoverheid