Krijgen tegenstanders vakbekwaamheidseisen 2014 steun uit onverwachte hoek?

De wetgevingsbrieven bevatten tot nu toe veelal verzoeken om meer toezicht en/of regelgeving. Maar in de laatste wetgevingsbrief is juist een pleidooi voor terughoudendheid in nadere regelgeving te lezen. Het argument daarvoor is dat zowel de toezichthouder als de markt tijd nodig heeft om de uitgebreidere regelgeving van de afgelopen jaren goed te implementeren en toe te passen.

Erg opvallend in de wetgevingsbrief is verder dat de AFM wijst op de verschillen die lijken te ontstaan tussen nationale en Europese regelgeving. Dit beschouwt de AFM vanuit het oogpunten van toezicht als positief, maar men ziet een aantal knelpunten. Een concreet voorbeeld dat daarbij wordt genoemd is vakbekwaamheid. De regels die op Europees niveau worden gesteld zijn anders (en minder zwaar) dan de nationale, zeker in het licht van het aanstaande vakbekwaamheidsgebouw 2014. Die constatering van de AFM is, gelet op de commotie die er toch al is rondom het (nationale) vakbekwaamheidsstelsel dat vanaf 1 januari 2014 volop van kracht moet worden toch wel opmerkelijk te noemen. Want ook vanuit andere instanties werd al gewezen op het feit dat de Nederlandse regels met betrekking tot vakbekwaamheid misschien wel uit de pas lopen met de Europese. Naast vakbekwaamheid signaleert de AFM deze verschillen onder meer ook op het terrein van  het beloningsbeleid, geschiktheid van (mede)beleidsbepalers, pre-contractuele informatie (transparantie), compliance en regels met betrekking tot adviesstandaarden.

Overigens laat de AFM zich niet uit over de vraag welke regels (Europese of nationale) ‘beter’ zijn, behalve als het gaat om het voorstel van de Europese Commissie in het kader van de hypothekenrichtlijn. Hier merkt de AFM over op dat de vakbekwaamheids- en andere eisen van adviseurs in het voorstel op Europees niveau aanzienlijk lager liggen dan de Nederlandse eisen. Dit zou volgens de AFM afbreuk doen aan de stappen die de afgelopen jaren op nationaal niveau om de “sector om te vormen en misstanden te voorkomen”.

Hoe de Minister met de door de AFM benoemde aandachtspunten zal omgaan zal moeten blijken. Maar zeker is dat ze hiermee nog weer wat nadrukkelijker op de agenda komen te staan.

Bron: Wetgeving brief AFM