Een overzicht van de gestelde vragen en opmerkingen
VVD
De VVD signaleert de onenigheid in de branche over de nieuwe PE-examens en vraagt zich af of het voorgestelde PE-stelsel met examens wel proportioneel is en hoe het zich verhoudt tot andere branches. Ook stelt de VVD vragen bij de uitvoerbaarheid van een dergelijk systeem.
PvdA
De PvdA steunt de Minister en vindt een examenstelsel terecht. Maar de PvdA vraagt ook naar een vergelijk met andere beroepsgroepen. Daarnaast vraagt de PvdA-fractie zich af of in een 3-jaarsfrequentie de actualiteit wel goed geborgd kan worden en hoe gewaarborgd wordt dat een centraal geregelde examendatabank naar behoren functioneert.
SP
De SP vraagt de Minister of hij zijn plannen niet baseert op (te) oude AFM-onderzoeken waaruit zou blijken dat de kwaliteit van advies onder de maat is. De SP vraagt of de Minister een beeld heeft van hoe de kwaliteit op dit moment is en stelt daarbij vast dat de AFM nu juist heeft aangegeven dat vakbekwaamheid eigenlijk helemaal geen issue is bij financieel adviseurs. Is daarmee wel grondslag voor zo’n grondige wijziging van het stelsel? Tot slot vraagt de SP waarom nog niet duidelijk is wat de kosten van voor de beroepsgroep (en uiteindelijk doorberekend aan de consument) zullen zijn.
CDA
Het CDA merkt op dat er een trend lijkt te ontstaan waarin regelgeving meer en meer lijkt uit te dijen, dat kan volgens de fractie geen oplossing zijn. Het CDA pleit er dan ook voor om meer ruimte aan de branche zelf te laten om een fatsoenlijk vakbekwaamheidsstelsel in te richten. Men onderschrijft (net als alle fracties) de noodzaak van deskundig, integer en vaardig advies, maar stelt nadrukkelijk de vraag of het middel PE-examineren wel ten dienste staat van dat doel. Er lijkt geen directe lijn te vinden tussen de aangehaalde rapporten van de AFM en het CDFD. Ook de kosten en doorbelasting zijn voor het CDA een punt van zorg
PVV
De PVV merkt op dat alleen al het totaal ontbrekende draagvlak voor de plannen een heroverweging daarvan rechtvaardigt. Adviseurs iedere 3 jaar opnieuw examen laten doen met doublures en herhaling is volgens de PVV niets minder dan ‘adviseurtje pesten’. De PVV adviseert de Minister om de Onderwijsraad eens naar de plannen te laten kijken.
D66
De D66-fractie ging in op het PE-examen versus een studiepunten-systeem door te stellen dat het een geloofsdiscussie begint te worden welk systeem nu beter werkt. Bij een systeem van examineren vraagt D66 zich wel af of dit niet teveel toetsen van reeds bestaande kennis wordt.
D66 vroeg de minister ook of de door de branche uitgesproken stelling dat financieel adviseurs de enigen zijn die met een dergelijk systeem worden geconfronteerd en zo ja, welke argumentatie hier dan aan ten grondslag ligt. En of het een idee is om deze examenverplichting, dan wel de overgangstermijn wat te verlengen.
Beantwoording Minister Dijsselbloem
De minister ging vrij uitvoerig op de gestelde vragen in. Hij gaf al direct aan het begin van z’n betoog aan dat een versoepeling van de overgangsregels (bijvoorbeeld door de termijn daarvan te verlengen) bespreekbaar is. De Kamerleden gaven daarop aan dat een versoepeling va de overgangsregels prima is, maar dat de meer fundamentele vraag was of een PE-examen nu wel of niet te streng is vergeleken met andere sectoren.
De Minister hield echter vast aan het uitgangspunt van examineren in plaats van een studiepuntenstelsel. Opvallend daarbij was dat hij nu vrijwel uitsluitend verwees naar een CDFD-evaluatie waaruit de noodzaak tot een nieuws PE-stelsel zou blijken. Eerder verwees de Minister hiervoor vooral naar AFM-rapportages. Op de vraag of de CDFD-evaluatie wel actuele gegevens over de kwaliteit van het stelsel bevatte, beantwoordde de Minister dat het een evaluatie uit 2011 betrof. Dat is zo mogelijk nog opvallender, omdat dan de grondslag voor de stelselwijziging zou blijken uit een rapport dat pas veel later werd gepubliceerd dan de plannen voor de stelselwijziging zelf. Die zijn (centrale examendatabank, ook afkomstig van het CDFD) namelijk al van 2009, rechtvaardiging achteraf kortom.
De vergelijking met andere beroepsgroepen, zoals advocaten en medici, ging volgens de minister niet goed op, omdat bij die beroepen de ingangseisen veel hoger lagen. De Kamerleden suggereerden daarop dat de oplossing dan gezocht moet worden bij die ingangseisen en niet bij de Permanente Educatie-vereisten.
Moties ingediend
Het betoog van de Minister was alle fracties met uitzondering van de PvdA, te mager. De Kamerleden vroegen hem dan ook per motie nog eens goed naar de plannen te kijken. De inhoud van moties:
Minister Dijsselbloem gaf aan open te staan voor motie 1, maar dan liever nog voor 1 november dan 1 december, vanwege de beoogde ingangsdatum per 1 januari 2014.
De Minister stond niet open voor motie 2. Dat verbaasde de Kamerleden die motie 2 hadden ingediend, omdat dit in hun ogen een mildere versie van motie 1 was.
Hoe dan ook: of de moties uitgevoerd worden hangt uiteindelijk af van de Tweede Kamer die hierover naar verwachting binnen twee weken zal stemmen.
Het volledige debat kunt u bekijken via Debat gemist op de website van de Tweede Kamer. (Momenteel is er een storing op deze website)
De agenda van deze vergadering vindt u hier.
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99