In de Successiewet 1956 is een eenmalig verhoogde vrijstelling van € 51.407 opgenomen voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen 18 en 40 jaar, mits de schenking verband houdt met de verwerving of verbouwing van een eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning dan wel voor de aflossing van de eigenwoningschuld van het kind.
In de eerste plaats wordt de hoogte van de vrijstelling tijdelijk (namelijk van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015) verruimd van het huidige bedrag van de vrijstelling van € 51.407 tot € 100.000.
Voorts vervalt eveneens tijdelijk (voor dezelfde periode) de beperking dat de schenking moet zijn gedaan van een ouder aan een kind tussen 18 en 40 jaar. Dit betekent dat van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 iedereen van een familielid of van een derde vrij van schenkbelasting een schenking mag ontvangen van maximaal € 100.000, mits deze wordt aangewend voor de eigen woning.
Tot slot wordt de reeds bestaande vrijstelling met ingang van 1 oktober 2013 zodanig uitgebreid dat ook een schenking die is bestemd voor de aflossing van een restschuld onder de faciliteit wordt gebracht. Deze laatste verruiming is niet tijdelijk van aard maar structureel.
Vooruitlopend op de voorziene inwerkingtreding van dit wetsvoorstel zal deze maatregel bij beleidsbesluit reeds in werking treden.
De vrijstellingen van artikel 33 onderdelen 5 en 6 SW worden uitgebreid tot restschulden van een vervreemde eigen woning. Deze uitbreiding werkt terug tot en met 29 oktober 2012.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99