Er kunnen in de praktijk twee varianten ontstaan: 1) relatie heeft zijn/haar woning verkcoht en geleverd (eigenwoningreserve € 100.000), maar verwerft nadien een eigen woning (€100.000). Box 1 na verrekening EWR nihil. 2) relatie verwerft (levering notaris) eerst een eigen woning (box 1 € 100.000) en verkoopt daarna voormalige woning (ontstaan EWR 100.000), welke verrekend dient te worden met de box 1 schuld. Nieuwe box 1 is dan nihil. In variant 2 is er sprake van een eigenwoningschuld + financieringskosten = aftrekpost. In variant 1 is er geen sprake van een aftrekpost financieringskosten. De 'conclusie' is als volgt opgebouwd. Wet IB2001, Artikel 3.119a Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve, lid 1: "Voor de toepassing van deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt onder eigenwoningschuld verstaan het gezamenlijke bedrag van de schulden die zijn aangegaan ter verwerving van een eigen woning doch ten hoogste een bedrag gelijk aan de kosten ter verwerving van de woning verminderd met het bedrag van de eigenwoningreserve direct voorafgaande aan het moment waarop de woning ten aanzien van de belastingplichtige als een eigen woning wordt aangemerkt en verminderd met hetgeen met toepassing van artikel 33, onder 5° en 6°, van de Successiewet 1956 aan vrijstelling is genoten in verband met schenking van een bedrag ter zake van de verwerving van een eigen woning." Kosten verwerving -/- EWR (= nihil), daarna wordt pas de eigenwoningschuld vastgesteld. Vervolgens kan men kijken naar artikel 3.120 Wet IB2001, aftrekbare kosten. Lid 1, sub a "kosten van geldlening die behoren tot de eigenwoningschuld". Echter, hiervoor is de eigenwoningschuld als 'nihil' vastgesteld. Mogelijk biedt overleg met de Belastinginspecteur wel ruimte voor toepassing aftrekpost financieringskosten. |
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668