MijnFintool

Nieuws

Armoedesignalement 2013

Onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) hebben een zo actueel mogelijk beeld van de omvang, ontwikkeling en karakteristieken van armoede in Nederland in kaart gebracht. Het Armoedesignalement 2013 is het vierde jaarrapport (zie link voor download) in een informatiereeks over armoede, die door het SCP en het CBS gezamenlijk wordt uitgebracht.

Huishoudens met risico op armoede kampen vaak met financiële problemen.
Acht op de tien huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens gaven in 2012 aan onvoldoende geld te hebben voor uitgaven op het vlak van voeding, kleding, woninginrichting en vakantie. In dat jaar had 11 procent van de huishoudens met een laag inkomen een achterstand in de betaling van huur of hypotheek. Dit is ruim hoger dan in 2008, toen dit aandeel 7 procent bedroeg maar wel iets minder dan in 2011 (13 procent). De groep met weinig inkomen die zich genoodzaakt zag schulden te maken, groeide van ruim 5 procent in 2008 naar bijna 8 procent in 2013.

Armoede in 2012 sterk gestegen
De economische crisis die eind 2008 begon had aanvankelijk een bescheiden effect op de omvang van armoede. Pas in 2011 begon de armoede volgens beide grenzen flink toe te nemen, en in 2012 was de stijging nog groter.

Afgemeten aan de lage-inkomensgrens hadden 664 duizend huishoudens (9,4 procent van alle huishoudens) in 2012 kans op armoede. Dat betekent een forse stijging ten opzichte van 2011 en 2010 toen respectievelijk 575 duizend huishoudens (8,2 procent) en 514 duizend huishoudens (7,4 procent) een laag inkomen hadden. In totaal moesten 1,329 miljoen mensen in 2012 rondkomen van een laag inkomen.

In 2012 hadden 1,197 miljoen mensen een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium (7,6 procent van de bevolking). Dat jaar kwamen er 152 duizend arme personen bij; in 2011 was de arme groep al met 100 duizend gegroeid. In 2012 verkeerden 551 duizend huishoudens onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium (7,8 procent van alle huishoudens).

Klik hier voor download 'armoedesignalement 2013' (pdf, 95 pagina's)

Afzwakking verwacht in 2013
De ramingen geven aan dat de armoede in 2013 volgens beide grenzen nog op zal lopen, maar minder dan in 2012. In 2014 neemt de armoede aan de hand van het niet-veel-maar-toereikendcriterium naar verwachting iets af, terwijl ze op basis van de lage inkomensgrens minder sterk groeit dan in 2013.

Volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium stijgt het aantal armen in 2013 naar verwachting met 16 duizend personen, tot 1,213 miljoen (7,7 procent). In 2014 zal dit vermoedelijk met 35 duizend mensen afnemen. Er zijn dan 1,178 miljoen armen (7,4 procent), iets minder dan in 2012.

Op basis van de lage-inkomensgrens komen er in 2013 naar verwachting bijna 40 duizend huishoudens met kans op armoede bij, waardoor het totaal op 703 duizend (9,9 procent) zou uitkomen. De raming voor 2014 wijst op een lichte toename met 14 duizend, waardoor er 717 duizend huishoudens met een laag inkomen zouden zijn (10,1 procent).

Armoedegroei tijdens de crisis uiteengelegd
Het aandeel mensen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium nam in de periode 2007-2012 met 2,1 procentpunt toe. Deze toename komt voor eenderde voort uit het gestegen armoederisico van kinderen. Nog eens eenderde houdt verband met veranderingen bij de uitkeringsontvangers. Dit betreft vooral de gegroeide groep werklozen en bijstandontvangers, die bovendien meer risico op armoede ging lopen. Tot slot hangt een derde van de gestegen armoede tijdens de crisis samen met ontwikkelingen bij werkenden. Er kwamen minder loontrekkenden en meer zelfstandigen, en in beide groepen steeg het armoederisico.

Armoedegrenzen
In het rapport zijn twee hoofdcriteria voor armoede gebruikt.
Het CBS bespreekt de kans op armoede aan de hand van de lage-inkomensgrens. Deze grens vertegenwoordigt een vast koopkrachtbedrag en wordt jaarlijks alleen aangepast voor de prijsontwikkeling. Het CBS beschrijft vooral de kans op armoede onder huishoudens.
Het SCP beschrijft armoede op grond van het niet-veel-maar-toereikendcriterium.
Dit normbedrag is gebaseerd op de minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, wonen en sociale participatie. Het SCP kijkt voornamelijk naar de armoede van individuele personen.

Bron: CBS

 

Modules & dossiers

Opvoerdatum

04 dec 2013

Laatst gewijzigd

04 dec 2013

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1