Zienswijze rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt. De vrouw legt een schenkingsovereenkomst over, gedateerd 15 maart 2011. De vrouw en de moeder komen in deze overeenkomst overeen, dat de schenking van de moeder aan de vrouw, zoals deze heeft plaatsgevonden op 1 maart 2011 ad € 21.000,--, is geschied onder een uitsluitingsclausule. Vaste jurisprudentie is dat de uitsluitingsclausule op het moment van schenking gevestigd dient te worden en niet achteraf kan plaatsvinden. De gelden verkregen door de vrouw, ten gevolge van deze schenking van haar moeder d.d. 1 maart 2011, zijn tot de huwelijksgoederengemeenschap gaan behoren, nu de uitsluitingsclausule eerst gevestigd is op 15 maart 2011, derhalve nadat de schenking op 1 maart 2011 heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van de schenking van € 1.000,-- heeft de vrouw enkel een bankafschrift overgelegd, waaruit blijkt een schenking van [naam]B.V. Hieruit blijkt ook niet dat een uitsluitingsclausule aan de schenking is verbonden. De geschonken bedragen ter hoogte van in totaal € 22.000,-- zijn derhalve in de gemeenschap van goederen gevallen, zodat de vrouw geen vordering op de gemeenschap heeft. Het verzoek van de vrouw ter zake zal worden afgewezen.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99