Omzetten polissen met NHG hypotheek

Maximaal 50% aflossingsvrij
NHG staat het omzetten of vrijvallen van polissen toe op voorwaarde dat het aflossingsvrije deel van de lening na omzetting niet meer dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de woning bedraagt. Als de lening na omzetting van de polis hieraan voldoet, hoeft het vrijgevallen kapitaal niet verplicht op de hoofdsom te worden afgelost. De geldverstrekker hoeft hiervoor geen toestemming aan NHG te vragen en ook geen melding van de omzetting te maken als de lening voldoet aan deze eis.

Achtergrond: verantwoord en betaalbaar
NHG heeft als doel bij te dragen aan een gunstig klimaat voor het eigenwoningbezit en het bevorderen van verantwoord lenen. Een lening met NHG moet altijd veilig en verantwoord zijn. Daarom heeft NHG het aflossingsvrije deel begrensd en kan het in veel situaties juist wel verstandig zijn om het vrijgevallen kapitaal af te lossen op de hoofdsom. Daarnaast is ook de betaalbaarheid van de lening een factor van belang. Zo nodig kunnen de hypotheeklasten worden beperkt, door in voorkomende gevallen de polis om te zetten en gebruik te maken van de ruimte om een groter deel aflossingsvrij te lenen. NHG gaat ervan uit dat geldverstrekkers en adviseurs prudent met deze vrijheid omgaan en consumenten zullen adviseren zekerheden niet onnodig vrij te geven. Bovendien gaat NHG ervan uit dat adviseurs en geldverstrekkers consumenten wijzen op mogelijke fiscale gevolgen van de omzetting en op mogelijke gevolgen voor de overlijdensrisicoverzekering.

Na omzetting nog steeds lager doelvermogen?  – voorleggen aan NHG
In het geval het doelvermogen van een polis door bijvoorbeeld tegenvallende beleggingsresultaten veel lager dreigt uit te vallen dan verwacht, is het veelal in het belang van de consument deze polis om te zetten. Mocht het doelvermogen van de nieuwe polis nog steeds lager zijn dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de woning, moet aan NHG goedkeuring worden gevraagd voor de omzetting. Aan de geldverstrekker wordt gevraagd de voorgenomen omzetting te onderbouwen.  

Voorbeeldsituaties

• A heeft in 2005, in verband met woningverbetering een annuïteitenhypotheek van € 150.000 afgesloten. Zijn woning had op dat moment een waarde van € 270.000. In 2013 is de lening afgelost tot € 130.000. A heeft goede redenen de annuïteitenhypotheek aflossingsvrij te maken. Hij voldoet hiermee aan de eis, dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de oorspronkelijke waarde (€ 135.000) en kan de lening derhalve volledig aflossingsvrij voortzetten.
• B heeft in 2005 een eigen woning gekocht met een waarde van € 210.000. Er is hiervoor een lening afgesloten van € 220.000, bestaande uit een spaarhypotheek van € 120.000 en een levenhypotheek van € 100.000. In de situatie van B is het mogelijk gewenst, op basis van artikel B5 de levenpolis te beëindigen, waardoor dit leningdeel aflossingsvrij wordt gemaakt en de maandlasten lager worden. Hij voldoet hiermee aan de eis, dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de woning.
• C heeft in 2005 een eigen woning gekocht (waarde € 210.000) en hiervoor een lening van € 150.000 afgesloten, bestaande uit een levenhypotheek van € 70.000 en een aflossingsvrije hypotheek van € 80.000. C. besluit de levenpolis tijdens de looptijd te beëindigen. Hij zet hierbij € 45.000 om in een annuïteitenhypotheek en lost dit bedrag in de resterende periode van de oorspronkelijke looptijd volledig af. Zijn nieuwe hypotheek bestaat nu uit een aflossingsvrije hypotheek van € 105.000 (de oorspronkelijke aflossingsvrije hypotheek van € 80.000 + € 25.000, zijnde een deel van de oorspronkelijke levenhypotheek) en een annuïteitenhypotheek van € 45.000. Ook C voldoet hiermee aan de voorwaarden van artikel B5. Hij maakt tijdens de looptijd de lening gedeeltelijk aflossingsvrij en voldoet aan de eis, dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de woning.

Bron: Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)