Hoger Beroep: geen bewijs voor stellingen van klant
In hoger beroep voert het Hof daar nog bij aan dat het laten verlopen van de eerste offerte niet aan de adviseur kan worden toegeschreven. Volgens de adviseur heeft zij de eiser bovendien wel degelijk over de hogere rente en de consequenties daarvan geïnformeerd. De eiser had echter ook andere motieven om zijn hypotheek over te sluiten, namelijk de wens om een partner in te brengen in de verhouding met de hypotheekhouder.
Het Hof is wel van oordeel dat de door eiser gestelde gang van zaken, indien deze zou komen vast te staan, een schending van de zorgplicht aan de zijde van de adviseur oplevert. Maar de conclusie blijft dat daarvoor te weinig bewijs is geleverd door de eiser.
Hoge Raad: bewijslast ligt bij klant, klacht verworpen.
De Hoge Raad gaat niet in op de inhoud van de zaak, maar op de procesgang op zich. De vraag voor de Hoge Raad is dus niet zozeer of de adviseur aan zijn zorgplicht jegens de cliënt heeft voldaan. In deze fase van de zaak komt een ander punt naar voren, namelijk de verzwaarde stelplicht. Waar komt dat op neer?
De verzwaarde stelplicht (of ’motiveringsplicht’) komt voor bij conflicten waarbij partijen in een bepaalde rechtsverhouding staan. Bijvoorbeeld in zaken over (medische) beroepsaansprakelijkheid of in arbeidszaken. Bij één van de partijen geldt dan een hogere motiveringsplicht, als tegemoetkoming aan degene op wie de bewijslast rust indien deze in bewijsnood zou kunnen komen te verkeren. In dit geval zou bij de professionele tussenpersoon een zwaardere bewijslast liggen dan bij de consument die een zaak tegen hem indient.
Als de Hoge Raad dit standpunt zou delen, zou de conclusie van het Hof (te weinig bewijs geleverd door eiser) in een ander daglicht komen te staan. De adviseur zou dan mogelijk méér bewijs moeten leveren voor haar verweer dat ze eiser wel degelijk had geïnformeerd over de hogere rente.
Naar oordeel van de Hoge Raad had de adviseur echter weinig meer kunnen doen. In de overweging komt toch ook nog een inhoudelijk punt naar voren: de notaris waar de akte is gepasseerd, is bereid om in rechte te verklaren dat ook op dat moment van passeren de rente nog expliciet is besproken.
Dossiervorming / verslaglegging
In dit geval is de zaak na de uitspraak van de Hoge Raad af voor de adviseur. Maar wat nu als er inderdaad een verzwaarde bewijslast bij de adviseur was komen te liggen? Anders dan in deze situatie met de gegeven verklaringen en het relaas, had dan waarschijnlijk duidelijk(er) uit het dossier moeten blijken hoe en wanneer de adviseur de eiser had geïnformeerd.
De adviseur heeft verklaard dat ten tijde van deze specifieke zaak nog niet gebruik werd gemaakt van een officieel intake-formulier. Ook van telefoongesprekken werden geen notities gemaakt. Dat zou in geval van een verzwaarde motiveringsplicht wellicht tot problemen hebben geleid voor de adviseur. Dossiervorming heeft niet alleen de functie om te kunnen controleren of de adviseur zijn werk wel goed heeft gedaan. Bij een verzwaarde stelplicht kan het de adviseur ook juist vrijpleiten van de klachten die een klant heeft geuit.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99