Het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 10 juni 2010, nr. DGB210/921, Stcrt. 2010, 8462 (hierna: het Besluit) vermeldt in onderdeel 7.4 met betrekking tot de renteaftrek ter zake van een door de ouders ter beschikking gestelde lening aan het kind het volgende:
“7.4 Lening ouders aan kind
Renteaftrek bij het kind is ook mogelijk als de renteschuld aan de ouders wordt voldaan uit een schenking van de ouders (HR 6 maart 1991, nr. 26.956, BNB 1991/146). Maar renteaftrek bij het kind is echter niet mogelijk als die schenking een kwijtschelding inhoudt (HR 8 juni 1994, nr. 28.569, BNB 1994/238)”.
Standpunt van het Hof
Het Hof is van oordeel dat er, gelet op de genoemde feiten, geen sprake is van enige kwijtschelding door de ouders aan belanghebbende. De door belanghebbende verschuldigde rente wordt zorgvuldig geadministreerd en de jaarlijkse schenking, die belanghebbendes broer in contanten ontvangt, wordt door belanghebbende aangewend om de op de geldlening bijgeboekte bedragen aan te zuiveren. Naar het oordeel van het Hof brengt het feit dat er in de onderhavige situatie geen sprake is van een “kasrondje” niet met zich dat er sprake is van kwijtschelding. Het feit dat er niet jaarlijks een notariële akte van schenking wordt opgemaakt maakt dit niet anders.
Gelet op het in het Besluit genoemde arrest HR 6 maart 1991, nr. 26.956, ECLI:NL:HR:1991:BH8070 is het op de lening bijgeboekte bedrag ad € 2.250 bij belanghebbende aftrekbaar als hypotheekrente.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99