MijnFintool

Nieuws

Antwoorden op Kamervragen Miljoenennota 2015

Minister Dijsselbloem van Financiƫn heeft de Tweede Kamer de antwoorden op Kamervragen over de Miljoenennota 2015 gestuurd. Daarnaast zijn de antwoorden op Kamervragen omtrent de Macro Economische Verkenning 2015 bijgevoegd. Uit de circa 150 vragen en antwoorden is door de redactie van Fintool een selectie gemaakt.

Antwoorden op Kamervragen Miljoenennota 2015 (pdf, 98 pagina's)

Vraag 9
Met welk percentage stijgt of daalt de belastingdruk op arbeid in 2014 en in 2015?
Antwoord op vraag 9
De belastingdruk op arbeid als percentage van het bbp stijgt met 0,9 procent in 2014 en daalt met 1,5 procent in 2015. De belastingdruk op arbeid is hierbij gedefinieerd als het totaal van de loon- en inkomstenbelasting, premies volksverzekeringen en de premies werknemersverzekeringen (inclusief zorgpremies).

Vraag 26
Wat is de brug-WW?
Antwoord op vraag 26
De brug-WW is een tijdelijke maatregel in aanvulling op de mogelijkheden die de derde tranche van de sectorplannen biedt om bemiddeling en scholing te bevorderen. De brug-WW is erop gericht om mensen van-werk-naar-werk te begeleiden. Mensen gaan direct aan de slag bij een nieuwe werkgever. Daarmee wordt voorkomen dat mensen eerst in de WW belanden voordat overgegaan wordt tot scholing en het zoeken naar een nieuwe werkgever. Bij een transitie van een beroep met dalende arbeidskansen naar een beroep met banengroei met noodzakelijke scholing, wordt gedurende de scholing een WW-uitkering verstrekt voor de uren van de scholing. Voor de uren dat men werkt, ontvangt men salaris. De brug-WW drukt daarmee de transitiekosten voor de nieuwe werkgever en kan daardoor gezien worden als lastenverlichting voor de werkgever.

Vraag 29
Welke maatregelen treft het kabinet voor huishoudens die al problematische schulden hebben?
Antwoord op vraag 29
De daling van de huizenprijzen heeft ertoe geleid dat momenteel ongeveer 1,1 miljoen huishoudens een huis hebben dat ‘onder water’ staat2. Voor deze huishoudens is de schuld groter dan de waarde van de eigen woning. Dit komt neer op 30 procent van de huishoudens met een koopwoning waar de lening groter is dan de waarde van het huis. De onderwaarde wordt een restschuld op het moment dat het huis wordt verkocht, dan hoeft de restschuld pas te worden geherfinancierd.
Het Kabinet heeft de afgelopen jaren verschillende stappen genomen om de groep huishoudens die onderwater staan te ondersteunen:

  • Er is de mogelijkheid gecreëerd om restschulden bij bestaande NHG hypotheken onder voorwaarden mee te financieren bij nieuwe NHG hypotheken.
  • De rente over restschulden is sinds 29 oktober 2012 tot en met 2017 voor een periode van 15 jaar aftrekbaar. Eerder was de periode 10 jaar, het Kabinet heeft er deze zomer voor gekozen de periode te verlengen tot 15 jaar.

Met deze maatregelen komt het Kabinet tegemoet aan de zorg ten aanzien van de restschulden bij verkoop van huizen.

Vraag 31
Welk deel van de totale hypotheekschuld bestaat uit aflossingsvrije hypotheken? Welk deel van de aflossingsvrije hypotheken is niet verbonden aan een verzekerings- of spaarproduct.
[zie pdf pagina 35/36 voor tabel]

Vraag 32
Wanneer verwacht u een akkoord te bereiken met de Europese Commissie over de NHI? Wanneer is de NHI naar verwachting operationeel?
Antwoord op vraag 32
Inmiddels is het eindrapport van kwartiermaker Jan van Rutte in een vergevorderd stadium. Op dit moment lopen validaties van de vormgeving van de NHI bij onder andere bij de Europese Commissie en CBS/Eurostat. Uit deze validaties zal moeten blijken of aan alle randvoorwaarden kan worden voldaan. Zo mag de NHI niet leiden tot staatssteun en mag de schuld van de NHI niet gerekend worden tot de staatsschuld. Het kabinet voert hierover constructief overleg met de Europese Commissie. Als duidelijk is of aan de randvoorwaarden kan worden voldaan, kan de kwartiermaker zijn opdracht afronden en zullen de resultaten naar uw Kamer worden gezonden.

* pagina 88/89; box 2 (aanmerkelijk belang)
* pagina 94; box 3 / spaargeld-bv's
=====

Antwoorden Kamervragen Macro Economische Verkenning 2015 (pdf, 30 pagina's)

Vraag 8
Is er al een beeld van de opbrengsten van de tijdelijk verlaging van het tarief in box 2 en de opbrengst van de stamrechtmaatregel?
Antwoorden vraag 8
Er is een beeld over de opbrengst van het gebruik van de maatregel als de aangiften inkomstenbelasting en de aangiften Vpb over 2014 zijn ingediend en verwerkt door de Belastingdienst. Dat betekent dat op zijn vroegst eind 2015 bekend zal worden welk bedrag aan stamrechtuitkeringen extra is uitgekeerd en wat de gerealiseerde budgettaire opbrengst van de tijdelijke maatregel in 2014 is geweest. Wat betreft de opbrengst vanuit de tijdelijke verlaging van het box 2 tarief geldt dat er begin 2015 zicht zal komen op het bedrag aan dividenden dat in 2014 aan directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) is uitgekeerd.

Vraag 14
Waar is de onderbouwing van de aanname dat de gemiddelde pensioenpremie gaat dalen, 5% dit jaar en 4% in 2015?
Antwoorden vraag 14
De premiedaling die is ingeboekt voor 2014 is mede gebaseerd op de premie-enquete van DNB aan het begin van het jaar. De premiedaling die voor 2015 is ingeboekt komt vooral voort uit de aftopping van de aftrekbaarheid van pensioenpremies voor opbouw van rechten over inkomen boven 100.000 euro. De veronderstelling is dat de premie die vrijvalt wegens aftopping bij 100.000 euro wordt omgezet in belastbaar loon en (na belasting) deels vloeit naar de nettospaarfaciliteit.

=====
Antwoorden op Kamervragen Hoofdstuk IX AFB (pdf, 25 pagina's)

Vraag 11
Worden de fiscale gegevensbestanden intern vergeleken en dan gebruikt voor de opsporing van fraude? Zo kunnen gegevens van de RDW worden gematched met de IB (wel Mercedes geen inkomen, aanwijzing fraude). Worden die fiscale gegevensbestanden gebruikt voor de systematische opsporing van strafbare feiten?
Antwoord op vraag 11.
Door middel van de inzet van data-analyse is de Belastingdienst bezig om fraudepatronen te ontdekken. Bij deze data-analyse worden de interne bestanden die de Belastingdienst tot zijn beschikking heeft in principe gebruikt. Zo is de Belastingdienst door middel van bestandsanalyses bezig om zogenoemde “windhappers” (burgers zonder officieel inkomen) in kaart te brengen. Ook wordt data-analyse ingezet bij het bestrijden van omzet- en loonheffingenfraude. Daarnaast maakt de Belastingdienst ook gebruik van risicoselectie-modellen. Met behulp hiervan tracht de Belastingdienst frauduleuze aanvragen nog voordat ze worden uitbetaald tegen te houden.

Vraag 18
Structureel stijgen de kosten voor CDFD fors. Wat is daarvan de reden?
Antwoord 18
Tot 1-1-2014 werd een jaarlijks een beperkt subsidiebedrag aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) verstrekt. Per 1-1-2014 heeft het ministerie van Financiën een Centrale Examenbank (CE) ingesteld die een uniforme en hoge examenkwaliteit moet garanderen. Het is de enige voorziening waarmee erkende exameninstituten Wft-examens voor financieel adviseurs kunnen afnemen. Het CDFD heeft het mandaat gekregen voor het inhoudelijke beheer van de CE. Dit betreft het waarborgen van de kwaliteit en de actualiteit van de inhoud van de CE. Voor deze extra taak is de subsidie met € 1 mln. verhoogd naar € 1,4 mln. De overige uitgaven hebben voor een groot deel betrekking op het mandaat dat de minister aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft gegeven voor de uitvoering van het functionele - en technische beheer en het gebruik van de CE-applicatie. DUO draagt tevens zorg voor het geven van inzage in examens, het vaststellen van het diplomarecht, het uitgeven van diploma’s en certificaten, het bepalen van examenuitslagen en het beheer van examenleges. Ten slotte investeert het ministerie in de periode 2014 tot en met 2016 in verdere vulling van de CE met extra examenvragen.

Vraag 19
Structureel dalen de kosten voor Wijzer in Geldzaken fors. Financiële educatie is belangrijk. Wat is de reden van de daling? Wat zijn daarvan de effecten?
Antwoord vraag 19
Het totaal budget voor Wijzer in geldzaken is in 2015 en 2016 gelijk aan 2014 en daalt niet. Uitgangspunt voor de begroting van Wijzer in geldzaken is dat het Ministerie van Financiën samen met een aantal partijen uit de sector het platform financiert. De bijdrage van de sector voor 2014 is reeds opgenomen in de Rijksbegroting, de bijdragen voor 2015 en 2016 zullen bij de eerstvolgende mogelijkheid worden opgenomen in de Rijksbegroting. De bijdrage van het ministerie van Financiën is de komende jaren vastgesteld op € 1,25 mln. Dit bedrag is verdeeld onder budget voor het apparaat Financiën (artikel 8) en budget voor het programma (artikel 2). De bijdrage van de sector is toegezegd voor 2014, 2015 en 2016. Het platform Wijzer in geldzaken blijft zich daarmee de komende jaren inzetten voor het bevorderen van verantwoord financieel gedrag in Nederland.

 

Bron: Rijksoverheid

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1