Het studievoorschot bestaat vanaf september 2015 uit een beurs voor studenten van wie de ouders minder dan €46.000 verdienen, een lening en een collegegeldkrediet. De aanvullende beurs kan oplopen tot €365 per maand, voor studenten met ouders die minder dan €30.000 verdienen. Boven dat inkomen loopt het bedrag terug. Als ouders meerdere studerende kinderen hebben kunnen deze kinderen ook bij een hoger ouderlijk inkomen aanvullende beurs ontvangen.
De maximale lening is het bedrag dat studenten nu al kunnen lenen plus eventueel het bedrag van de huidige basisbeurs (voor uitwonenden). De basisbeurs voor alle studenten in het hoger onderwijs, ongeacht het inkomen van hun ouders, vervalt. De basisbeurs voor mbo-studenten blijft bestaan.
Lagere aflossing
De maximale afbetalingstermijn gaat van 15 naar 35 jaar. De maandlasten bij aflossing nemen hierdoor flink af, van maximaal 12% van het verzamelinkomen boven het bijstandsniveau nu naar 4% van het inkomen boven het minimumloon bij het studievoorschot. Eerder aflossen mag natuurlijk ook.
Het studentenreisrecht voor studenten in het hoger onderwijs blijft bestaan en wordt vanaf uiterlijk 2017 uitgebreid met mbo-studenten beneden de 18.
Ook krijgen studenten inspraak op de hoofdlijnen van de begroting van de hogeschool of universiteit waar zij studeren.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668