Financiële dienstverlener toch (deels) aansprakelijk bij 'execution only'

Lees hier de volledige uitspraak van Kifid (pdf, 4 pagina's)

"4.2.
De bovengenoemde beleggingsdienst werd Consument aangeboden als ‘execution only’. Dat wil zeggen dat Aangeslotene zich uitsluitend had verplicht de door Consument opgegeven transacties uit te voeren, en Consument op geen enkele wijze aanspraak kon maken op advisering.
4.3.
Op deze vorm van dienstverlening aan een particuliere belegger is het bepaalde in art. 4:24 Wet op het financieel toezicht in verbinding met paragraaf 8.2.1 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) toepasselijk. Aangeslotene diende derhalve, alvorens Consument toegang te geven tot haar Marketindex platform en diens orders tot openen of sluiten van posities in CFD’s uit te voeren, te onderzoeken of deze beleggingsvorm voor Consument als passend kon worden beschouwd.
4.4.
Aangeslotene heeft aangevoerd dat tijdens een intakeprocedure was gebleken dat Consument voldoende ervaring had om in CFD’s te kunnen handelen, en ook gesteld dat zij diverse controles heeft uitgevoerd om te onervaren beleggers onder de afnemers van dit product op te merken, waarbij Consument niet naar voren is gekomen. Deze in algemene termen betrokken standpunten heeft Aangeslotene niet voldoende concreet onderbouwd.
Met name heeft zij niet laten zien dat voldoende gegevens betreffende de door Consument opgedane kennis en ervaring zijn verzameld om de hiervoor genoemde passendheidstoets te kunnen uitvoeren. Evenmin heeft Aangeslotene aannemelijk gemaakt dat zij Consument erop heeft gewezen dat zij bij gebrek aan door hemzelf te verstrekken gegevens niet kon beoordelen of het handelen in CFD’s via het Marketindex platform een voor hem passende
beleggingsvorm zou zijn. Aangeslotene heeft derhalve niet aan de in de vorige overweging genoemde verplichting voldaan.
4.5.
Het voorgaande klemt temeer omdat niet op voorhand aannemelijk is dat de gemiddeld ervaren particuliere belegger in staat is zich op eigen kracht een goed begrip te vormen van de precieze werking van CFD’s en de daaraan verbonden risico’s. Deze omstandigheid is van belang voor de diepgang waarmee Aangeslotene het bij Consument bestaande inzicht en diens ervaring had behoren te onderzoeken (vgl. art. 80c, eerste lid, Bgfo). Dezelfde
omstandigheid brengt mee dat Aangeslotene met haar stelling dat Consument bij het afsluiten van de overeenkomst brochures en algemene voorwaarden heeft ontvangen, niet aannemelijk heeft gemaakt dat Consument voldoende indringend is voorgelicht over de specifieke kenmerken en risico’s van dit financiële instrument.

Bron: Kifid