MijnFintool

Nieuws

Samenvatting advies over Wijzigingswet financiële markten 2016

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over de Wijzigingswet financiële markten 2016. Het wetsvoorstel is op 7 mei 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Huidige aanwijzigingsbevoegdheid
Op grond van de bestaande regelgeving beoordelen De Nederlandsche Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM) of de personen die het (dagelijks) beleid van een financiële onderneming bepalen daarvoor geschikt zijn en of hun betrouwbaarheid buiten twijfel staat. Als deze toezichthouders menen dat de betrokken beleidsbepaler niet aan die wettelijke eisen voldoet kunnen zij de desbetreffende financiële onderneming een aanwijzing geven om deze persoon te ontslaan.

Nieuwe aanwijzingsbevoegdheid
Met het wetsvoorstel krijgen de toezichthouders (DNB en AFM) de bevoegdheid om al eerder een aanwijzing te geven, namelijk op het moment dat er een aanleiding is die zodanig ernstig is dat de beleidsbepaler de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets waarschijnlijk niet zal doorstaan. De toezichthouder kan in afwachting van de nieuwe beoordeling een aanwijzing voor maximaal zes maanden opleggen. Volgens de toelichting bij het wetsvoorstel wordt deze bevoegdheid toegepast als er risico's bestaan als de betrokken beleidsbepaler aanblijft; met de aanwijzing hoeft dan niet te worden gewacht totdat de beoordeling is afgerond.

Noodzaak en proportionaliteit aanwijzingsbevoegdheid
De voorgestelde bevoegdheid is ingrijpend voor de personen met betrekking tot wie de aanwijzing wordt gegeven. Zij kunnen aanzienlijke reputatieschade lijden die, ook als alsnog een positieve beoordeling volgt, moeilijk ongedaan kan worden gemaakt.
Verder wijst de Afdeling advisering erop dat de aanwijzing ingrijpt in de verhoudingen binnen financiële ondernemingen. Door de toezichthouder de gelegenheid te geven in een vroeg stadium op te treden, wordt afbreuk gedaan aan de verantwoordelijkheid van de onderneming zelf om de nodige maatregelen met betrekking tot de betrokken beleidsbepaler te nemen.

Van een bevoegdheid die zo ingrijpend is moet de noodzaak overtuigend worden gemotiveerd. Uit de toelichting blijkt niet duidelijk of ondernemingen niet al zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Ook wordt niet duidelijk of er in de praktijk werkelijk aanleiding bestaat om de bevoegdheid te gebruiken. Daarom adviseert de Afdeling advisering de toelichting aan te vullen met een dragende motivering van de noodzaak van de voorgestelde aanwijzingsbevoegdheid.

Als de aanwijzingsbevoegdheid wordt gehandhaafd dan is van belang dat die alleen wordt toegepast als de onderneming zich (te) afwachtend opstelt en niet-ingrijpen buitengewoon onverantwoord zou zijn. Als een dergelijke dringende noodzaak niet aanwezig is, kan de toezichthouder ook met de huidige aanwijzingsbevoegdheid uit de voeten. De Afdeling advisering merkt op dat dit kan worden bereikt door twee voorwaarden aan de aanwijzingsbevoegdheid te verbinden. Ten eerste moet er sprake zijn van de bedoelde dringende noodzaak. Ten tweede moet met een 'aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid' vaststaan dat de betreffende persoon de geschiktheids- en betrouwbaarheidsbeoordeling niet zal kunnen doorstaan.

Lees hier de volledige tekst van het advies van de Raad van State en het nader rapport van de minister.

 

Bron: Raad van State

Modules & dossiers

Opvoerdatum

08 mei 2015

Laatst gewijzigd

08 mei 2015

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1