Download:
Pensioenknip
Deelnemers mogen de aankoop van hun pensioen tijdelijk knippen in een direct ingaande uitkering en een daarop aansluitende levenslange uitkering, die twee jaar later ingaat.
Huidige pensioenwet
De huidige pensioenwet eist dat de uitkering, het kapitaal en de premie in het kader van een pensioenovereenkomst worden vastgesteld in een in Nederland wettig betaalmiddel (art. 11 Pw en art. 29 Wvbpr). Ook staat in de wet dat er bij een pensioen sprake is van een geldelijke, vastgestelde uitkering voor de werknemer. Dat betekent dus dat niet alleen benadrukt wordt dat het om een pensioen in Nederlandse valuta (“geldelijk”) gaat, maar ook dat de hoogte van de pensioenuitkering vanaf de pensioendatum niet meer kan fluctueren (“vastgestelde uitkering”).
Voorstel
De initiatiefnemer creëert met dit wetsvoorstel de mogelijkheid voor een flexibel pensioen. Dat betekent dat het pensioen in de uitkeringsfase van een premie- of kapitaalovereenkomst doorbelegd kan worden en dat niet op een bepaald moment overgegaan dient te worden tot het aankopen van een levenslange pensioenuitkering. Dat wordt mogelijk gemaakt door het pensioen uit te drukken in pensioeneenheden in plaats van in een vast bedrag in euro’s, zoals nu nog door de wet verplicht is. Wanneer er gekozen wordt voor pensioeneenheden, is er de facto geen sprake meer van één vast aankoopmoment, maar wordt de levenslange uitkering in eenheden uitgekeerd, waarbij er in de praktijk sprake is van volledig doorbeleggen. Eenheden die niet omgezet worden in geld (de pensioenuitkering) worden doorbelegd tot op het moment waarop ze nodig zijn. Overigens blijft de mogelijkheid om voor een nominaal pensioen te kiezen gewoon bestaan. Het betreft hier dus een extra keuzemogelijkheid.
Pensioeneenheden
Concreet betekent dit dat een deelnemer ervoor kan kiezen om zijn pensioen geheel of gedeeltelijk op te bouwen in pensioeneenheden. Bij aanvang of beëindiging van zijn deelneming, en uiterlijk op de pensioeningangsdatum heeft hij de mogelijkheid het gespaarde kapitaal om te zetten naar pensioeneenheden. Wanneer dat laatste plaatsvindt, kiest de deelnemer dus voor een flexibel pensioen waarvan de waarde in euro’s kan fluctueren. De initiatiefnemer benadrukt dat het karakter van een levenslange uitkering niet aangepast wordt. Juist om ervoor te zorgen dat de inkomenspositie van gepensioneerden niet verslechtert. Het verschil is dat de uitkering niet op euro’s wordt gebaseerd maar op zogenaamde pensioeneenheden. Deze pensioeneenheden weerspiegelen een bepaalde waarde in euro’s. De waarde van de pensioeneenheden wordt periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks), op basis van de beleggingsopbrengsten en eventueel de rentestand, berekend tegen de dan geldende marktwaarde. Dat betekent dat het pensioen dan niet voor de rest van het leven aangekocht dient te worden.
Beleggingsopbrengsten
Het beleggingsbeleid voor deze pensioeneenheden ligt bij de pensioenuitvoerder. Op deze manier kunnen deelnemers dus profiteren van eventuele hogere beleggingsopbrengsten en ook van gewijzigde rente. Uiteraard kan het omgekeerde ook voorkomen; lagere beleggingsopbrengsten en/of een gewijzigde rente kunnen leiden tot een lagere pensioenuitkering. Het nemen van risico kan immers ook nadelig uitpakken.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99