MijnFintool

Nieuws

Beïnvloed geplande komst van windmolenpark WOZ waarde?

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft een uitspraak gedaan over de wijze van vaststellen van de WOZ-waarde. In geschil is de vraag of de waarde van de onroerende zaak tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Daarbij houdt partijen uitsluitend verdeeld de vraag of de mogelijke komst van een windmolenpark per de waardepeildatum tot een waardedruk leidt, en zo ja, van welke omvang.

Lees hier de volledige uitspraak.

Anders dan de rechtbank, is het Hof van oordeel dat zich in het concrete geval geen situatie voordoet als omschreven artikel 18, derde lid, letter c, Wet WOZ. De mogelijke komst van het windmolenpark is immers ruim voor de waardepeildatum publiekelijk bekend geworden. Belanghebbende kan dit als zijnde woonachtig in de gemeente Borger-Odoorn redelijkerwijs niet zijn ontgaan. Ook mogelijke kopers welke interesse hebben om een woning in het veengedeelte van de gemeente Borger-Odoorn te kopen, hebben hiervan redelijkerwijs geweten dan wel kunnen weten. Het Hof gaat er daarbij van uit dat een eventuele ingeschakelde makelaar zich beroepshalve hiervan op de hoogte zal stellen, zo hij niet als ter plaatse werkzaam reeds uit eigen wetenschap over deze informatie beschikt. Dat ook in het jaar 2012en nadien er nog volop discussie is geweest over de komst, omvang en aantal van de te plaatsen windmolens maakt het vorenstaande oordeel niet anders.

Aanvullend overweegt het Hof nog het navolgende.
4.5
Het Hof is van oordeel dat bij het vaststellen of en zo ja, in welke mate er sprake is van een waardruk welke is gebaseerd op de (voorgenomen plaatsing) van het windmolenpark de volgende factoren in beschouwing moeten worden genomen:

  • slagschaduw
  • geluidsoverlast
  • horizonvervuiling
  • andere depreciërende omstandigheden

4.6
De afstand hemelsbreed tussen de woning en de plaats waar het windmolenpark zou worden gevestigd bedraagt ruim 900 meter. Daarmee is naar het oordeel van het Hof niet komen vast te staan dat de woning last heeft van slagschaduw en geluidsoverlast. Op het punt van de horizonvervuiling heeft de heffingsambtenaar met de aangedragen feiten, waaronder fotomateriaal en de daarop tijdens de mondelinge behandeling van het hoger beroep gegeven toelichting, aannemelijk gemaakt dat daarvan in het onderhavige geval niet kan worden gesproken. Van andere waardedrukkende factoren is niets komen vast te staan. Het Hof komt daarom tot de conclusie dat gegeven de feiten en/of omstandigheden een waardedruk niet aannemelijk is geworden.

 

Bron: Rechtspraak.nl

Modules & dossiers

Opvoerdatum

19 apr 2016

Laatst gewijzigd

19 apr 2016

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1