Lees hier de volledige uitspraak.
3.4.2
Ingevolge art. 1:80b BW in verbinding met art. 1:100 BW hebben geregistreerde partners in beginsel een gelijk aandeel in de ontbonden gemeenschap, zodat die gemeenschap bij helfte dient te worden verdeeld. Afgezien van de in de wet genoemde gevallen, is een afwijking van deze regel niet geheel uitgesloten. Zij kan evenwel slechts worden aangenomen in zeer uitzonderlijke omstandigheden, die meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de ene partner zich jegens de andere beroept op verdeling bij helfte van de ontbonden gemeenschap.
Cassatie
In haar cassatieverzoekschrift (onder 4) wijst de vrouw erop dat de rechtbank en het hof in eerdere procedures tussen partijen en in de onderhavige procedure geen proceskostenveroordeling hebben uitgesproken dan wel de kosten van het geding hebben gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Volgens de vrouw is het resultaat van de hiervoor in 3.2 weergegeven beslissing van het hof dat zij, via de verdeling van de schuld uit de door de man aangegane geldlening voor zijn advocaatkosten, toch voor de helft moet bijdragen in de advocaatkosten van de man. Zij wijst er voorts op dat bij een beslissing als de onderhavige een rol zou kunnen spelen wat de draagkracht is van ieder van partijen en of over het aangaan van de lening voorafgaand overleg is gevoerd tussen partijen. Volgens de vrouw brengen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid mee dat ieder van partijen de eigen kosten van rechtsbijstand draagt.
Hof
Het hof heeft zijn beslissing om de helft van de schuld voor rekening van de vrouw te laten, gebaseerd op zijn oordeel dat geen termen aanwezig zijn om op grond van beginselen van redelijkheid en billijkheid af te wijken van de hiervoor in 3.4.2 vermelde hoofdregel. Het heeft in dat verband slechts aandacht besteed aan de omstandigheden dat de man duidelijkheid heeft verschaft over de hoogte van de declaraties en dat de declaraties rechtstreeks door de vader van de man aan de advocaat zijn voldaan.
Hoge Raad
In het licht van het in de rechtspraak bestaande gebruik om in procedures van familierechtelijke aard de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, en gelet op het betoog van de vrouw zoals hiervoor in 3.4.3 weergegeven, heeft het hof zijn oordeel ontoereikend gemotiveerd. De klacht slaagt dus.
Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 februari 2015;
verwijst het geding naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool voetnoot: Bij een geregistreerd partnerschap is scheiding van tafel en bed niet mogelijk. Dit had de scheiding van vermogens (en schulden) mogelijk gemaakt.
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99