MijnFintool

Nieuws

Informatieachterstand Belastingdienst bij achterhalen buitenlands vermogen

De Coördinatiegroep Constructiebestrijding (‘CCB’) van de Belastingdienst heeft in een position paper beschreven hoe Afgezonderd Particulier Vermogen (‘APV’)-structuren worden bestreden en tegen welke obstakels de CCB aanloopt in dit traject.

Afgezonderd Particulier Vermogen
Het afzonderen van particulier vermogen was een veel voorkomende methode waarbij getracht werd om vermogen buiten zicht en bereik van de fiscus te houden.

Dit gebeurde, kort gezegd, door de band tussen een onderneming en/of een eenvoudige bank- en/of effectenrekening en de uiteindelijke gerechtigde te doorbreken door gebruik te maken van buitenlandse rechtsvormen (bijvoorbeeld een Trust, Liechtensteinse Stiftung of Anstalt, Foundation, Stichting Particulier Fonds (‘SPF’), al dan niet in combinatie met meestal in belastingparadijzen gevestigde zogenaamde offshore vennootschappen). De band wordt doorbroken doordat genoemde rechtsvormen geen aandeelhouders kennen waardoor het vermogen zogenaamd ‘zwevend vermogen’ wordt. Er is dan, althans op papier, geen (natuurlijk) persoon die uiteindelijk als eigenaar van het vermogen kan worden bestempeld.
Om de gewenste structuur te bereiken wordt vermogen of een toekomstige (veelbelovende) opbrengst overgedragen aan één van bovengenoemde, in een belastingparadijs gevestigde, rechtsvormen. Het vermogen is dan niet meer juridisch in bezit van de natuurlijke persoon maar van dit lichaam. Dit lichaam wordt (in ieder geval op papier) in het buitenland door een onafhankelijk bestuur geleid en, indien en voor zover daar al sprake van is, aldaar in een minimale belastingheffing betrokken. Op deze wijze wordt de Nederlandse belastinggrondslag uitgehold, evenwel ten onrechte omdat een en ander niet erg aannemelijk voorkomt. Immers, het ligt voor de hand te veronderstellen dat er maar heel weinig mensen zijn die (de zeggenschap over) hun vermogen overdragen aan een willekeurige derde zonder hier zelf nog invloed op te houden, terwijl dit laatste volgens opgemaakte akten doorgaans wel het geval zou zijn.

In veel gevallen was het voor de Belastingdienst niet of niet voldoende aannemelijk te maken dat de inbrenger van het vermogen in het APV de facto nog steeds degene was die over dat vermogen kon beschikken als ware het zijn eigen vermogen.

Wetgeving
Om aan deze discussie een eind te maken is de wetgever per 1 januari 2010 te hulp geschoten middels de invoering van artikel 2.14a Wet Inkomstenbelasting 2001 (‘Wet IB’), een wettelijke fictie die, grofweg gezegd, op het volgende neerkomt: degene die vermogen heeft ingebracht in een afgezonderd particulier vermogen, wordt, voor de toepassing van de belastingwetgeving, geacht hiervan nog steeds eigenaar te zijn gebleven en na zijn overlijden zijn erfgenamen. Alleen laatstgenoemden hebben de mogelijkheid tegenbewijs te leveren. Aan hen wordt het vermogen slechts dan niet toegerekend als zij hebben doen blijken (in de toekomst)nooit iets van dat vermogen te kunnen toucheren. Onder omstandigheden, namelijk als het APV zelfstandig in een redelijke heffing naar de winst wordt betrokken, geldt de wettelijke fictie niet.

'Vertragingstactiek'
Wanneer de inspecteur om concrete informatie vraagt kan het tevens voorkomen dat de belastingplichtige of diens adviseur ontkent dat deze de gevraagde informatie moet of kan geven. De inspecteur heeft dan de mogelijkheid een informatiebeschikking (artikel 52a AWR) af te geven. Daartegen staat echter bezwaar, beroep en cassatie open. Het kan soms jaren duren voordat deze rechtsgang definitief afgerond is en pas daarna kan, als de informatie uiteindelijk toch wordt geleverd, aan de feitelijke beoordeling van de informatie worden toegekomen. Binnen de CCB bestaat de indruk dat de informatiebeschikkingsprocedure in veel gevallen oneigenlijk gebruikt wordt door op deze wijze zaken zo lang mogelijk te rekken. Immers, zolang de informatiebeschikkingsprocedure loopt kan de inspecteur geen aanslag opleggen en daardoor kunnen rechtens geen zekerheden worden afgedwongen. Daardoor kunnen er in deze periode verhaalsobjecten weggesluisd worden.

Download: "Memo" (pdf, 6 pagina's)

Bron: Rijksoverheid

Modules & dossiers

Opvoerdatum

30 aug 2016

Laatst gewijzigd

07 sep 2016

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1