De procedure was aangespannen door de executeur van het testament van een man die van 2010 tot 2013 woonde in een zorginstelling in Heerlen. De man ontving periodiek rekeningen van de zorginstelling voor aanvullende zorg en heeft deze in het begin ook betaald. Volgens de executeur ging het hier echter om reguliere zorg die binnen de AWBZ viel. Bovendien was niet overeengekomen dat de man aanvullende zorg zou krijgen. Er is dan ook meermalen bezwaar gemaakt tegen de rekeningen, veelvuldig verzocht om een specificatie ervan en na 9 maanden is de betaling van de rekeningen opgeschort.
In de procedure eiste de zorginstelling dat de executeur de nog niet betaalde rekeningen, in totaal zo’n 35.000 euro, alsnog zou voldoen. De executeur wilde juist dat de zorginstelling de reeds betaalde bedragen, in totaal bijna 60.000 euro, terug zou betalen.
Niet overeengekomen
De rechtbank Limburg vond dat de rekeningen van de zorginstelling terecht waren en oordeelde dat de executeur de rekeningen die nog niet voldaan waren, alsnog zou moeten betalen. Het hof is het hier echter niet mee eens. De man en de zorginstelling zijn namelijk niet (expliciet) overeengekomen dat hij aanvullende zorg zou krijgen. Ook is op geen enkele wijze gebleken welk tarief voor welk soort (aanvullende) zorg is gebruikt en waarop dit tarief is gebaseerd. Daardoor kan niet worden vastgesteld of er sprake is van reguliere AWBZ-zorg óf van aanvullende zorg.
Terugbetalen
Omdat geen sprake is van een overeenkomst mogen er geen kosten voor aanvullende zorg in rekening worden gebracht door de zorginstelling, zo vindt het hof. Daarom oordeelt het hof dat de zorginstelling de onterecht betaalde rekeningen moet terugbetalen. Overigens heeft de zorginstelling de kosten voor de reguliere zorg gewoon betaald gekregen vanuit de AWBZ.
Uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2016:3775
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99