MijnFintool

Nieuws

Beantwoording schriftelijke vragen over banenafspraak

Staatssecretaris Klijnsma heeft de Tweede Kamer de antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de één-meting banenafspraak toegezonden.

Download: "Kamerbrief" (pdf, 22 pagina's)

Overheidswerkgevers lijken er in de beginfase van de banenafspraak de voorkeur aan te geven om mensen uit de doelgroep via inleenverbanden aan te nemen. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de werkgevers er aan moeten wennen dat zij mensen uit de doelgroep bij zich laten werken, of dat werkgevers inleenverbanden een goede manier vinden om eerste ervaringen op te doen. Ook bieden uitzendbureaus en sw-bedrijven die mensen detacheren vaak ondersteuning en nemen werkgevers administratief werk uit handen, waardoor werkgevers eerder bereid zijn iemand uit de doelgroep in dienst te nemen. De keuze voor de vorm van de dienstbetrekking ligt overigens bij de werkgever. De banenafspraak stelt geen specifieke eisen aan de arbeidsduur of de aard van de dienstbetrekking die werkgevers aanbieden aan de mensen uit de doelgroep voor de banenafspraak. Voor de definitie van een baan geldt dat een baan uit 25,5 uur per week bestaat.

Afgesproken is dat het gemiddelde aantal uren over het gehele kalenderjaar 2012 van 25,5 uur per week het uitgangspunt is en blijft voor de vaststelling van de toename van het aantal banen. Deze geldt als een normatieve grens voor de omvang van een baan voor iemand uit de doelgroep. Door het gemiddeld aantal uren over een volledig kalenderjaar te berekenen, wordt er namelijk rekening mee gehouden dat mensen uit de doelgroep mogelijk niet het volledige kalenderjaar werkzaam (kunnen) zijn.

Structurele plaatsingen
De banenafspraak en de quotumregeling stimuleren structurele plaatsingen. Bij de banenafspraak en de quotumheffing gaat het ieder jaar om een netto aantal extra arbeidsplaatsen ten opzichte van de nulmeting. Dit houdt in dat als tijdelijke dienstverbanden niet worden verlengd of worden omgezet in vaste dienstverbanden, deze gecompenseerd moeten worden. Er ontstaat door de banenafspraak dus structureel werkgelegenheid voor de doelgroep en dit stimuleert werkgevers tot structurele invulling van arbeidsplaatsen door mensen uit de doelgroep.

No-riskpolis
Mogelijk aarzelen werkgevers om formele dienstverbanden aan te gaan vanwege zorgen over uitval van mensen met een beperking, en daarmee de vrees voor loondoorbetaling bij ziekte. Een werkgever is verplicht bij ziekte van een werknemer twee jaar loon door te betalen. Om het risico op loondoorbetaling bij ziekte weg te nemen is sinds 1 januari 2016 de no-riskpolis van UWV voor de gehele doelgroep van de banenafspraak (en beschut werk) beschikbaar. De no-riskpolis biedt de werkgever dekking tegen het risico van loondoorbetaling bij ziekte. Een werknemer die onder de dekking van de no-riskpolis valt, heeft bij ziekte recht op een ziektewetuitkering van UWV. Hiermee wordt het risico op loondoorbetaling bij ziekte voor werkgevers afgedekt.

Verdeelsleutel
De ingeleende mensen uit de doelgroep worden bij iedere meting opnieuw toegedeeld aan de sectoren markt of overheid op basis van de verdeelsleutel inleenverbanden. Dat gebeurt op basis van een objectief, representatief onderzoek. Op deze manier wordt telkens uitgegaan van de meest actuele situatie. Dit onderzoek voor de één-meting is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek (SEO).

Herbezettingsvoorwaarden
Op basis van gesprekken in en met de partijen uit de Werkkamer is naar voren gekomen dat de herbezettingvoorwaarde op een aantal punten negatief uitpakt. Ten eerste worden door de herbezettingvoorwaarde de verantwoordelijkheden van twee verschillende partijen verknoopt. Werkgevers zijn verantwoordelijk om de 125.000 extra banen te creëren. Gemeenten zijn verantwoordelijk om de nieuwe voorzieningen beschut werk te realiseren. Door de herbezettingvoorwaarde zijn werkgevers voor het meetellen van extra banen via Wsw-detacheringen afhankelijk van de gemeenten. Deze twee verantwoordelijkheden verknopen is kunstmatig. Dit heeft een negatief effect op het draagvlak voor de banenafspraak. Zeker omdat de herbezettingvoorwaarde niet geldt tijdens de eventuele quotumheffing. Ten tweede levert de herbezettingvoorwaarde onduidelijkheid op bij werkgevers over wanneer een baan wel of niet meetelt.

Met het voornemen om wettelijk te verankeren dat gemeenten beschut werk beschikbaar moeten stellen, is in overleg met de partners in de Werkkamer besloten om vooruitlopend op de benodigde wetswijziging voor beschutte werkplekken de herbezettingvoorwaarde voor de één-meting op te schorten. Zodra de wetgeving voor beschut werk is aangepast en gemeenten dus verplicht zijn beschut werkplekken aan te bieden, wordt de herbezettingvoorwaarde met een regeling definitief afgeschaft.

Doelstellingen
De overheid heeft, vanwege de voorbeeldfunctie, de lat hoog gelegd door 25.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking af te spreken in het sociaal akkoord. De markt heeft zich gecommitteerd aan 100.000 banen. Deze verhouding van 1:4 geeft het ambitieniveau van de overheid aan. Kijkend naar de omvang van het aantal banen is de verhouding tussen overheid en markt circa 1:6. Dit betekent dat de overheid zichzelf voor een relatief grotere opgave heeft gesteld dan de werkgevers in de markt. De overheid heeft de eerste jaren een nog zwaardere opgave. Zo moest de overheid in 2015 3000 extra banen realiseren, en de markt 6000; een verhouding van 1:2, in plaats van 1:4 of 1:6. In absolute getallen klopt het inderdaad dat er ten opzichte van de marktwerkgevers minder banen bij overheidswerkgevers zijn bijgekomen. Maar als de gerealiseerde aantallen van de overheid gerelateerd worden aan het percentage van de aantallen van de banenafspraak, dan hebben de overheidswerkgevers het relatief goed gedaan; 21,8 procent van de afgesproken 25.000 banen is gerealiseerd. De marktwerkgevers hebben 15,6 procent gerealiseerd.

2016
Zowel voor de markt als voor de overheid is de focus nu gericht op de realisatie van het aantal afgesproken banen in 2016. De overheid moet dan 6500 extra banen ten opzichte van de nulmeting hebben gerealiseerd. Dit is een relatief grote opgave in vergelijking met de markt. De sectoren binnen de overheid zullen daarom alle zeilen bij moeten zetten om deze afspraak te realiseren.

 

Bron: Rijksoverheid

Modules & dossiers

Opvoerdatum

08 sep 2016

Laatst gewijzigd

08 sep 2016

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1