In de brief van 12 juni 20141 is aan uw Kamer gemeld dat het modelreglement uit 2006 aan een update toe is en dat bezien zal worden of het meerwaarde heeft om bepaalde onderdelen van het modelreglement in de wet op te nemen. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) werkt momenteel aan dit nieuwe modelreglement.
Uit het onderzoek van onderzoeksbureau Companen naar het functioneren van VvE’s blijkt dat 19% (23.000) van de VvE’s niet over een reservefonds beschikt.
Vanaf 2008 zijn alle VvE’s verplicht tot het hebben van een reservefonds. Er is destijds niet gekozen voor (bijvoorbeeld) bestuursrechtelijke handhaving van die verplichting. In dit wetsvoorstel wordt evenmin gekozen voor handhaving door de overheid. De verantwoordelijkheid voor een reservefonds ligt immers bij de VvE zelf.
Het voorliggend wetsvoorstel kan een bijdrage leveren om slapende VvE’s te activeren. Met dit wetsvoorstel wordt de minimale hoogte van het reservefonds geconcretiseerd in een wettelijke norm. Deze wettelijke norm kan voor appartementseigenaren die wel voldoende willen reserveren, dienen als instrument om de VvE in beweging te krijgen. Met een concrete norm wordt het eenvoudiger om de VvE en andere appartementseigenaren op de verplichte reservering aan te spreken.
Volgens de wet (artikel 5:131 BW) moet het bestuur uit ten minste één persoon bestaan. Gelet hierop is het niet waarschijnlijk dat een VvE niet kan voldoen aan deze wettelijke eis. Indien in de praktijk VvE-leden zelf geen zitting in het bestuur willen nemen, dan kunnen zij ervoor kiezen om een externe bestuurder te benoemen. De wet biedt hiervoor uitdrukkelijk de ruimte (artikel 5:131 lid 2 BW).
De aansprakelijkheid van een VvE en diens leden is geregeld in artikel 5:113 BW. De VvE-leden moeten onderling en jegens de VvE voor elk appartementsrecht een gelijk deel bijdragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke appartementseigenaars komen. Dat betekent een bijdrage naar eigen breukdeel, zoals dat is opgenomen in de splitsingsakte. Dat kan anders zijn als daarvoor in het reglement een andere verhouding is bepaald. De appartementseigenaars die gezamenlijk aansprakelijk zijn voor deelbare schulden die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars komen (artikel 5:113 leden 3 en 5 BW), zijn jegens derden eveneens aansprakelijk voor hun eigen breukdeel. Schuldeisers kunnen zowel de vereniging als de individuele eigenaar(s) aanspreken, al is de aansprakelijkheid voor de individuele eigenaar beperkt tot zijn breukdeel. Deze regels gelden voor de eigenaren van de appartementsrechten, ongeacht of zij bestuurslid zijn of niet.
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om een minimale jaarlijkse reservering ten behoeve van het reservefonds verplicht te stellen. VvE’s hebben daarbij de keuze uit twee opties. De jaarlijkse reservering bedraagt (a) minimaal 0,5 procent van de herbouwwaarde van het gebouw of (b) het bedrag dat is vastgesteld door de vergadering van eigenaars ter uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Een VvE die reserveert op basis van een MJOP is niet gebonden aan het minimum van 0,5% van de herbouwwaarde. Wel moet het MJOP aan een aantal eisen voldoen. Het moet door de vergadering van eigenaars zijn vastgesteld en tenminste een periode van tien jaar beslaan. De benodigde onderhouds- en herstelwerkzaamheden alsmede de eventuele vernieuwingen moeten erin zijn opgenomen, samen met een berekening van de kosten en een gelijkmatige toerekening van die kosten aan de onderscheiden jaren.
Een Vereniging van Eigenaren (VvE) is straks verplicht om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw. De hoogte van het te reserveren bedrag wordt vastgesteld op basis van een meerjaren onderhoudsplan of 0,5% van de herbouwwaarde van het appartementencomplex.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.