De belangrijkste bevindingen in het onderzoek zijn:
Dit onderzoek biedt een algemeen en actueel beeld over de economische feiten ten aanzien van beëindigde faillissementen. De daaraan te relateren schuldenlast is onderzocht door de optelling van opgegeven vorderingen en uitkeringen als boedelschuld of aan verschillende schuldeisers. Hierbij is rekening te houden met zowel een onderschatting als overschatting van schulden. Van onderschatting is bijvoorbeeld sprake als niet alle schuldeisers hun vorderingen aan de curator kenbaar hebben gemaakt of als buitenlandse schulden niet worden meegeteld. Van overschatting is mogelijk sprake als er geen nader onderscheid is gemaakt op welk deel van de schuld de strafbare of onrechtmatige benadeling van schuldeisers rechtstreeks betrekking heeft. Het onderzoek geeft het percentage van de beëindigde faillissementen weer, waarbij volgens curatoren sprake was van waarschijnlijke dan wel zekere strafbare en/of onrechtmatige benadeling van schuldeisers. Dit onderzoek gaat derhalve niet over de aard noch de schatting van de omvang van faillissementsfraude. Dit aandeel (30,1%) is ten opzichte van 2010 gegroeid en is voornamelijk toe te schrijven aan de toename van het aandeel zekere strafbare en/of onrechtmatige benadeling van schuldeisers.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99