MijnFintool

Nieuws

Geen discriminatie Beperking Besluit regels hoofdverblijf in dezelfde woning AOW

De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 13 januari 2017 dat de beperking tot ongehuwden van het Besluit regels hoofdverblijf in dezelfde woning AOW, niet in strijd is met het discriminatieverbod.

Tussen partijen is in geschil of appellanten sinds hun huwelijk van 18 juni 2012 al dan niet zijn aan te merken als duurzaam gescheiden levend in de zin van artikel 1, derde lid, van de AOW.

Uitspraak: "ECLI:NL:CRVB:2017:172"

Discriminatieverboden

Appellanten hebben te kennen gegeven niet in te zien waarom gehuwden niet onder de werkingssfeer zijn gebracht van het Besluit regels hoofdverblijf in dezelfde woning AOW, Stb. 2014, 385 (Besluit). Voor zover appellanten hebben beoogd een beroep te doen op de verdragsrechtelijke discriminatieverboden, moet vooropgesteld worden dat bedoelde discriminatieverboden niet meebrengen dat elke ongelijke behandeling van vergelijkbare gevallen verboden is, maar alleen die welke als discriminatie moet worden beschouwd omdat een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling ontbreekt. Daarbij verdient opmerking dat op het gebied van de sociale zekerheid aan de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid toekomt bij het beantwoorden van de vraag of gevallen al dan niet als gelijk moeten worden beschouwd, en, indien zij als gelijk worden beschouwd, of een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat om die gevallen niettemin in verschillende zin te regelen.

Besluit

In de Nota van Toelichting bij het Besluit is uiteengezet dat in sommige gevallen moeilijk kan worden vastgesteld of door ongehuwden die ieder een eigen huis hebben, aan het huisvestingscriterium zoals geformuleerd in artikel 1, derde lid, onder a, van de AOW wordt voldaan. Ter vereenvoudiging van de uitvoering en ter vergroting van de duidelijkheid voor belanghebbenden wordt daarom – kort samengevat – bepaald dat niet aan het huisvestingscriterium wordt voldaan, als beide betrokkenen een zelfstandige woning vrij ter beschikking hebben waar zij staan ingeschreven en waarvoor zij zelf de kosten dragen. De doelstellingen van deze regeling – vereenvoudiging van de uitvoering en vergroting van de duidelijkheid voor betrokkenen – kan naar zijn aard alleen van toepassing zijn op ongehuwden, omdat alleen ten aanzien van hen de vraag rijst of zij met gehuwden moeten worden gelijk gesteld. Indien al sprake is van gelijke gevallen, kan daarom niet worden gezegd dat de wetgever de hem toekomende beoordelingsvrijheid heeft overschreden door het Besluit slechts van toepassing te doen zijn op ongehuwden.

Ten aanzien van het onderscheid tussen gehuwden en ongehuwd samenwonenden in het kader van sociaal-economische regelgeving wordt voorts herinnerd aan het arrest van 29 april 2008, Burden, nr. 13378/05, van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In dat arrest is overwogen dat de situatie van gehuwden niet vergelijkbaar is met de situatie van ongehuwd samenwonenden, gelet op de bijzondere band van het huwelijk die sociale, persoonlijke en juridische gevolgen heeft.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

 

Bron: Centrale Raad van Beroep

Modules & dossiers

Opvoerdatum

23 jan 2017

Laatst gewijzigd

23 jan 2017

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1