Het hof vindt dat de rechter zich niet kan mengen in een wet die het gevolg is van (politieke) afwegingen en keuzes van de wetgever. Het is niet aan de rechter om over de betekenis en de eventuele ongewenste gevolgen van deze wet te oordelen.
Door wijzigingen van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 wordt de algemene heffingskorting voor een partner zonder inkomen (geboren na 1962) geleidelijk afgebouwd tot nul. De wetgever wil hiermee de arbeidsparticipatie verhogen om, met het oog op de vergrijzing, de huidige collectieve voorzieningen en sociale zekerheid (waaronder de AOW) te kunnen handhaven.
Het echtpaar had betoogd dat de afbouw van de algemene heffingskorting in strijd zou zijn met het Europees recht of andere internationale verdragsbepalingen. Hier is geen sprake van, zegt het hof. De rechtbank die eerder over deze zaak oordeelde, kwam tot dezelfde uitkomst.
Lees hier de volledige uitspraken:
ECLI:NL:GHSHE:2017:1581
ECLI:NL:GHSHE:2017:1582
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668