Download:
Via de zorgtoeslag wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming verstrekt die het voor huishoudens met lage inkomens en middeninkomens mogelijk moet maken de nominale zorgpremies en het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering te betalen.
In het kader van de koopkrachtbesluitvorming voor 2018 is besloten tot een structurele verhoging van de zorgtoeslag.
De hoogte van de zorgtoeslag wordt bepaald door de standaardpremie (de geraamde gemiddelde nominale premie voor een zorgverzekering plus het geraamde gemiddelde te betalen bedrag vanwege het verplicht eigen risico) en het huishoudinkomen van de ontvanger (het toetsingsinkomen in het kader van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir)). De Wet op de zorgtoeslag (hierna: Wzt) gaat ervan uit dat een huishouden maximaal een op basis van een formule bepaald percentage van het inkomen dient bij te dragen aan de nominale premie voor de binnen het huishouden bestaande, premieplichtige zorgverzekeringen en voor de betalingen in verband met het verplicht eigen risico. Dit is de normpremie.
Het normatieve percentage dat een huishouden geacht wordt aan zorg te betalen (de normpremie) wordt berekend als een percentage van het minimumloon plus een percentage van het inkomen van het huishouden dat het minimumloon te boven gaat.
NP = Norm % x WML + Afbouw % x (INK -/- WML
waarbij
NP = normpremie
INK = huishoudinkomen
WML = wettelijk minimumloon
Norm %=normpercentage
Afbouw%=afbouwpercentage
Indien de standaardpremie voor een verzekerde hoger is dan de normpremie, wordt het restant automatisch door een zorgtoeslag gecompenseerd. Indien de standaardpremie voor een zorgverzekering daarentegen minder bedraagt dan de normpremie, bestaat geen recht op een zorgtoeslag.
Als gevolg van dit besluit zal de zorgtoeslag voor vrijwel alle huishoudens met recht op zorgtoeslag stijgen met circa € 65.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99