Deze CPB Notitie bespreekt de gehanteerde ramingsmethodiek en de geraamde aantallen. Het bevat tevens een gedetailleerd overzicht van alle koopkrachtrelevante maatregelen in 2017 en 2018 (zie hoofdstuk 3.5 en de bijlage met beleidsuitgangspunten).
Download: "Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens" (pdf, 6 pagina's)
Bron: CPB
Eens in de twee jaar verzorgt het CBS op verzoek van SZW een uitgebreide rapportage over de ontwikkelingen in het armoederisico van huishoudens en personen in Nederland. Het risico op armoede wordt afgebakend aan de hand van de lage-inkomensgrens van het CBS. Het armoederisico wordt ook bezien in relatie tot sociale factoren zoals meedoen in de samenleving, gezondheid, de woonsituatie en slachtoffer- en daderschap van criminaliteit. Daarmee plaatst het CBS de armoedeproblematiek in een breed maatschappelijk perspectief.
In 2016 hadden 42 duizend werkenden (0,6 procent) ten minste vier jaar op rij een laag inkomen. Zzp’ers hadden vaker langdurig een laag inkomen dan zmp’ers en werknemers.
Bij zzp’ers steeg het aandeel met een langdurig laag inkomen bovendien van 1,9 procent in 2014 en 2015 naar 2,1 procent in 2016.
Hoe korter de werkweek, hoe hoger het risico op (langdurige) armoede. Bij werknemers waren de armoederisico’s verreweg het laagst, ongeacht hoeveel uur per week ze werkten. Zo was het percentage met risico op armoede onder werknemers in kleine deeltijd (minder dan 24 uur per week) bijna drie keer zo laag als onder zzp’ers in kleine deeltijd (6,0 tegen 16,5 procent). Het risico op langdurige armoede was bij de werknemers ruim drie keer zo klein (1,5 tegen 4,6 procent).
Download: "Publicatie - Armoede en sociale uitsluiting" (pdf, 163 pagina's)
Bron: CBS
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99