De rechter heeft een uitspraak gedaan over de vraag of een door belanghebbende te koop gezette woning in aanbouw een eigen woning is als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet IB 2001 en of belanghebbende recht heeft op aftrek van de hypotheekrente.
Op 4 oktober 2007 heeft belanghebbende een stuk bouwgrond gekocht om de woning te bouwen. De woning was bestemd als nieuw hoofdverblijf.
Op 12 december 2008 en 25 juni 2009 zijn door de gemeente [plaats X] bouwvergunningen verleend voor de eerste respectievelijk de tweede fase.
Op 11 augustus 2009 heeft belanghebbende een aanneemovereenkomst gesloten met [C GmbH] voor de bouw van de woning. Vanaf week 35 in 2009 is aangevangen met de feitelijke bouwwerkzaamheden door het starten van de heiwerkzaamheden voor de fundering. In de loop van 2010 is de bouw stil komen te liggen in verband met het faillissement van de aannemer dat in 2011 is uitgesproken. In januari 2012 heeft belanghebbende de woning in aanbouw te koop gezet.
Enkel in geschil is het antwoord op de vraag of de woning van belanghebbende een eigen woning is als bedoeld in artikel 3.111, van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Is het antwoord op die vraag bevestigend dan is hypotheekrenteaftrek voor het jaar 2012 toegestaan.
In artikel 3.111, van de Wet IB 2001 is het volgende - voor zover van belang - bepaald:
1. In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder eigen woning: een gebouw, een duurzaam aan een plaats gebonden schip of woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Huisvestingswet, of een gedeelte van een gebouw, een schip of een woonwagen, met de daartoe behorende aanhorigheden, voorzover dat de belastingplichtige of personen die behoren tot zijn huishouden anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van: (…).
3. Een woning wordt mede aangemerkt als eigen woning indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de woning leeg staat of in aanbouw is en uitsluitend bestemd is om in het kalenderjaar of in een van de daaropvolgende drie jaren hem als eigen woning als bedoeld in het eerste lid ter beschikking te staan.
Partijen houdt verdeeld vanaf wanneer sprake is van een woning in aanbouw. Belanghebbende stelt dat eerst vanaf 2009 sprake is van een woning in aanbouw en de inspecteur meent dat dit al vanaf 2007 het geval is.
Uit een drietal facturen van IJB Heipalen van 20 augustus 2009, 5 november 2009 en 14 december 2009 blijkt dat in week 35 van 2009 is aangevangen met de feitelijke bouwkundige werkzaamheden. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat vanaf eind 2009 sprake is van een woning in aanbouw als bedoeld in artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001. Daarvoor was enkel sprake van een perceel grond.
Uit het voorgaande volgt dat vanaf 2009 op grond van artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001 sprake is van een eigen woning in de zin van dat artikel. Gebleken is echter dat de woning niet is afgebouwd en dat de woning nimmer als hoofdverblijf heeft gediend. Belanghebbende heeft de woning in aanbouw in januari 2012 te koop aangeboden. De vraag die vervolgens voorligt is, of door het te koop aanbieden van zijn woning die woning nog steeds als eigen woning in de zin van artikel 3.111 van de Wet IB 2001 kan worden aangemerkt.
In het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 24 november 2009, nr. CPP2009/2342M, heeft de Staatssecretaris onder 3.6 het volgende goedgekeurd:
(…) Daarom keur ik met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule) goed dat de eigenwoningregeling voor de nieuwe woning blijft gelden zolang is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden.
- De nieuwe woning is gekocht om er zelf in te gaan wonen.
- De nieuwe woning staat leeg te koop.
De rechtbank is van oordeel dat de goedkeuring van de Staatssecretaris van toepassing is op de woning in aanbouw van belanghebbende in 2012, nu de woning in aanbouw voldoet aan de twee in voornoemd besluit opgenomen cumulatieve voorwaarden. Dat betekent dat ook in 2012 de woning moet worden aangemerkt als eigen woning in de zin van genoemd artikel 3.111. De in geschil zijnde vraag moet daarom bevestigend worden beantwoord.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99