De groep consumenten met een aflossingsvrije hypotheek is heterogeen. Binnen de huidige aanpak van de AFM en DNB brengen de vier grootste banken nu de risico’s van hun hypotheekportefeuille in kaart en zetten zij zich in om klanten die kwetsbaar zijn te activeren. De toezichthouders vinden het belangrijk dat alle kredietverstrekkers een resultaatgerichte aanpak ontwikkelen en - voor zover nodig en mogelijk - intermediairs daarbij te betrekken.
"Ik heb geen signalen dat kredietverstrekkers niet bereid zijn om hun bestaande klanten aan het einde van de looptijd een nieuwe hypotheek aan te bieden. Uiteraard moet het verstrekken van een nieuwe hypotheek op de einddatum wel verantwoord zijn, het blijft immers een krediet. De regelgeving biedt bovendien ruimte om in specifieke gevallen van de inkomensnormen af te wijken indien dit verantwoord is. Het is niet uit te sluiten dat een deel van de consumenten een te laag inkomen heeft (bijvoorbeeld alleen AOW) om een nieuwe hypotheek af te sluiten op de einddatum. Deze groep is naar verwachting beperkt."
Uit het eerdere onderzoek van DNB blijkt dat een groot aantal aflossingsvrije hypotheken afloopt tussen 2035 en 2038. Dit betekent dat veel consumenten nog ruim 15 jaar de tijd hebben om, indien zij tot een risicocategorie behoren, stappen te zetten om dit risico te verkleinen. Uiteraard hebben kredietverstrekkers en adviseurs een rol om hun klanten te informeren over hun huidige en toekomstige situatie en passend te adviseren om toekomstige problemen te voorkomen.
Op kredietverstrekkers rust een verplichting om consumenten te informeren over bijvoorbeeld wijzigingen in de wet die voor de consument belangrijk zijn. Ook bij de consument ligt een verantwoordelijkheid, namelijk om de contractuele afspraken die met de kredietverstrekker zijn gemaakt na te komen, en op tijd stappen te zetten om mogelijke problemen te voorkomen.
DNB concludeert op basis van haar onderzoek dat een groot deel van de huishoudens met een aflossingsvrije hypotheek mogelijk onvoldoende spaargeld en andere financiële bezittingen heeft om de hypotheek voor of op de einddatum volledig af te lossen. Het is echter de vraag of het voor alle consumenten noodzakelijk is om de hypotheek volledig af te lossen op de einddatum. Consumenten kunnen er ook voor kiezen (een gedeelte van) de hypotheek door te rollen (te herfinancieren) op de einddatum. Indien dit op basis van de geldende leennormen verantwoord is, zal het in de praktijk geen probleem opleveren om op de einddatum de hypotheek te herfinancieren. Van gedwongen verkoop zal dan bij deze consumenten dus geen sprake zijn.
In sommige gevallen is het mogelijk niet verantwoord om de hypotheek op de einddatum te herfinancieren omdat de consument een te laag inkomen heeft om de woonlasten te betalen. Door tijdig te anticiperen op deze situatie kunnen mogelijke herfinancieringsproblemen op de einddatum voorkomen worden of kan gezocht worden naar een toekomstbestendige woning die beter past bij het inkomen. In hoeverre dit onwenselijk is voor de consument hangt van zijn/haar situatie op dat moment af.
Op dit moment hebben senioren die in de huidige woning willen blijven wonen en (een deel van) de overwaarde in hun woning willen verzilveren verschillende opties. Een veel gebruikte optie is het afsluiten van een aflossingsvrije hypotheek voor een deel van de waarde van de woning. Daarnaast zijn er marktpartijen die specifieke producten aanbieden, zoals een krediethypotheek, opeethypotheek of een sale-and-lease-backconstructie. Het is ook mogelijk om de overwaarde vrij te maken door de woning te verkopen en te verhuizen naar een andere woning.
Het is verstandig dat consumenten zich goed laten adviseren als zij gebruik willen maken van deze mogelijkheden.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99