Op 13 december 2006 heeft de rechtbank Dordrecht de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Op 8 maart 2007 is de echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
De vrouw grondt haar vordering op de redelijkheid en billijkheid. Zij stelt daartoe dat van de man kan worden verlangd dat hij tot verkoop van de woning dan wel herfinanciering overgaat, nu de bank weigert de vrouw te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Volgens de vrouw is het niet redelijk dat de man niet aflost op de schuld, terwijl zij de woning niet bewoont en constant de druk voelt van de schuld en het risico hiervoor te worden aangesproken. Er is sprake van een uitzichtloze situatie, aldus de vrouw. Daarnaast wordt zij door de schuld beperkt in haar financiële mogelijkheden.
De enkele stellingen van de vrouw dat zij constant een druk voelt van de schuld en in haar financiële mogelijkheden wordt beperkt, zijn zonder nadere onderbouwing onvoldoende om de conclusie van de vrouw te rechtvaardigen dat de man zijn woning, waarin hij met zijn nieuwe partner woont en die hij volledig in eigendom heeft, dient te verkopen. Daarbij komt dat door de man onweersproken is gesteld dat de schuld een aflossingsvrije lening betreft, zodat daarop, in tegenstelling tot hetgeen de vrouw betoogt, niet tussentijds hoeft te worden afgelost. Voorts heeft de man stukken in het geding gebracht waaruit kan worden afgeleid dat ondanks de substantiële overwaarde die in de woning is opgebouwd, herfinanciering niet mogelijk is omdat de man vanwege zijn pensionering geen looninkomsten ontvangt.
De rechtbank wijst de vordering van de vrouw af.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99