Neem nu een abonnement op Fintool.nl
De betrouwbare vraagbaak voor financiële dienstverleners.
Abonneren Bekijk alle diensten
11 dec 2023 Nieuws

Rechtspraak: overkreditering?

Een consument stelt een geldverstrekker aansprakelijk vanwege overkreditering. Ze stelt dat de geldverstrekker haar had moeten ontraden de hypotheek aan te gaan, omdat zij de maandlasten daarvan niet uit haar (geringe) inkomen kon voldoen.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Kifid

[eiseres] heeft op 2 januari 2013 een klacht tegen ABN AMRO ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (hierna KiFiD). Op 29 juli 2013 heeft de Ombudsman Financiële Dienstverlening de klacht ongegrond verklaard.

Kort geding

In een door [eiseres] aangespannen kort geding heeft [eiseres] onder meer een bedrag van € 583.000,- van ABN AMRO gevorderd. Aan haar vorderingen heeft [eiseres] verwijten ten grondslag gelegd die vergelijkbaar zijn met haar verwijten in deze procedure. Bij vonnis van 26 januari 2016 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de vorderingen van [eiseres] afgewezen.

GHF

Onjuist is het standpunt van [eiseres] dat aan haar zonder meer geen hypotheek van deze omvang had mogen worden verstrekt omdat dat volgens de GHF 2006, de VFN en de normen van de NGH 2006 niet was toegestaan. Ook aan consumenten die niet aan deze normen voldoen, kan onder omstandigheden een hypotheek worden verstrekt. Dan is – zoals hier – sprake van een maatwerkproduct. In dat geval geldt dat ABN AMRO uit hoofde van de (bijzondere) zorgplicht – ook op grond van het destijds geldende artikel 51 Wfd (nu artikel 4:34 lid 2 Wet op het financieel toezicht (Wft)) – de verplichting rustte om, ter voorkoming van overkreditering, informatie in te winnen over de inkomens- en vermogenspositie van [eiseres] en aan de hand daarvan te beoordelen of het aangeboden krediet verantwoord was. Daarnaast rustte op ABN AMRO de plicht voldoende informatie te verstrekken, zodat [eiseres] in staat was te beoordelen wat het krediet inhield en wat de bijbehorende risico’s waren. Artikel 51 lid 2 van de Wfd bepaalt bovendien, meer in het bijzonder, dat een kredietaanbieder geen overeenkomst inzake krediet aangaat met een consument indien dit, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is.

Explain

ABN AMRO stelt dat aan deze norm is getoetst, en dat [eiseres] over voldoende vermogen beschikte. Uit het dossier van ABN AMRO blijkt wel dat zij het inkomen en het vermogen van [eiseres] in kaart heeft gebracht, maar niet, althans onvoldoende, dat ABN AMRO berekeningen heeft gemaakt en, zo ja, welke, waaruit volgt dat [eiseres] de hypotheeklasten kon dragen, en/of hoe zij anderszins tot de conclusie is gekomen dat het voor [eiseres] verantwoord was om deze hypotheek aan te gaan. Op basis van de in het procesdossier beschikbare informatie ziet de rechtbank vooralsnog niet hoe ABN AMRO heeft kunnen concluderen dat [eiseres] aan haar (maandelijkse) verplichtingen van € 2.100,- kon voldoen. Dit is echter onvoldoende om nu reeds te kunnen oordelen dat sprake is van overkreditering.

Omkering bewijslast

Om vast te kunnen stellen of inderdaad sprake is geweest van overkreditering en, zo ja, wat de omvang van de schade is die voor vergoeding in aanmerking komt, is allereerst noodzakelijk dat ABN AMRO alsnog inzichtelijk maakt tot welk bedrag [eiseres] op grond van het aanwezige inkomen en vermogen verantwoord kon lenen. ABN AMRO zal daartoe in de gelegenheid worden gesteld. Daarbij dient ABN AMRO niet alleen berekeningen te maken aan de hand van de gegevens waar zij destijds vanuit is gegaan (zie hiervoor 2.15), maar ook aan de hand van de gegevens die volgens [eiseres] de juiste gegevens waren, omdat ABN AMRO destijds niet bij [eiseres] heeft geverifieerd of de gegevens die zij tot uitgangspunt nam, juist waren.

Kennis consument - eigen schuld

Als sprake is van overkreditering en (dus) een verplichting van ABN AMRO tot het vergoeden van schade, komt ook de vraag aan de orde of – en in hoeverre – sprake is van eigen schuld (of beter: eigen verantwoordelijkheid) van [eiseres] . In dat verband wordt [eiseres] niet gevolgd waar zij stelt dat ABN AMRO haar had moeten waarschuwen voor het feit dat haar inkomen onvoldoende was om de hypotheekverplichtingen te voldoen, nu dit evident was, zeker voor een academisch geschoolde als [eiseres] . Het was [eiseres] daarom eveneens duidelijk, althans dat had haar duidelijk moeten zijn, dat zij zou interen op haar vermogen. Dit betekent ook dat zij naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval voor een deel zelf verantwoordelijk is voor (‘eigen schuld heeft aan’) haar keuze om een hypotheek voor dit bedrag aan te gaan. Wat de ‘omvang’ van deze eigen schuld is (met andere woorden: welk deel van de schade voor haar rekening moet blijven), kan de rechtbank nog niet beoordelen. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval en vooral van de persoon van [eiseres] en hoe zij zich aan ABN AMRO heeft gepresenteerd. Uit (de correspondentie in) het procesdossier komt het beeld naar voren van een vrouw die – ondanks het ongeval dat haar is overkomen – heel goed wist wat ze wilde en voldoende deskundig was om zelf haar beslissingen te nemen. Tijdens de comparitie heeft [eiseres] dat beeld bestreden en verklaard dat zij beschikt over stukken waarmee zij kan onderbouwen dat ABN AMRO wist dat het toen helemaal niet goed met haar ging en dat zij niet goed in staat was alles zelf te beoordelen en zelf beslissingen te nemen. [eiseres] zal bij akte deze verklaring nader mogen onderbouwen, waarna het debat over de mate van eigen schuld verder kan en moet worden vervolgd.

Uitspraak

De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en partijen worden eerst in staat gesteld aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren.

Bron: Rechtspraak.nl

 

Zie verder Hoger beroep en cassatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2021:2428

Downloads

Downloads zijn alleen beschikbaar voor abonnees. Log graag in of neem een abonnement.

Lees ook…

Kifid verlegt explainrisico naar geldverstrekker

Consument en haar partner hebben een hypotheekadviseur benaderd vanwege de wens om een grotere woning aan te kopen om voor hun ernstig gehandicapte zoon te zorgen. De hypothecaire geldlening is verstrekt op basis van het saldo op de bankrekeningen van de gehandicapte zoon, waarop een zogenoemde BEM-clausule van toepassing is en op het persoonsgebonden budget (PGB) dat Consument en haar partner ontvingen voor de gehandicapte zoon. Na het overlijden van de gehandicapte zoon, hadden Consument en haar partner geen recht meer op het PGB en konden zij de maandlasten moeilijk opbrengen. Consument heeft gesteld dat sprake is van overkreditering, nu zij geen eigen middelen ter beschikking heeft en het PGB onzeker was.

Kifid: gedeelde schuld bij overkreditering

Een consument heeft naast een hypothecaire geldlening een lening afgesloten bij zijn ouders. De lening bij de bank en de lening van de ouders samen is hoger dan de toenmalige NHG toets toestond.

Rechtspraak: zorgplicht en overkreditering

De rechtbank Amsterdam heeft een geldverstrekker in het ongelijk gesteld ten aanzien van zorgplicht en een verjaringstermijn. Bij de vaststelling van de schade heeft de geldverstrekker een 'meevaller'.

Kifid: geldverstrekker moet inkomensgegevens zelf verifiëren

Een geldverstrekker mag niet zonder meer vertrouwen op inkomensgegevens van de consument, maar moet de inkomensgegevens op juistheid en betrouwbaarheid controleren. Een geldverstrekker liet dit na en schoot daarmee tekort in haar zorgplicht om te waken voor overkreditering.

Rechtspraak: geen bijzondere zorgplicht kredietverstrekker

In een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam wordt een (voormalig) huiseigenaar in het ongelijk gesteld. In dit geval mocht de kredietverstrekker afgaan op door klant verstrekte schriftelijke informatie die telefonisch is geverifieerd. Op basis van de toenmalige inkomens- en vermogenstoets is geen sprake van overkreditering.

Adresgegevens

Fintool

Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668

Fintool bv © 2003/2024. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.