De Commissie stelt vast dat Consument met het ondertekenen van de kredietovereenkomst zich hoofdelijk heeft verbonden ten aanzien van het krediet. Dit geldt eveneens voor de betalingsachterstand. Niet is gebleken van omstandigheden waardoor de Bank aanleiding had om het krediet te blokkeren.
Alvorens nader in te gaan op de klacht van Consument merkt de Commissie op dat Consument aanvankelijk subsidiair heeft geklaagd over de start van de limietafbouw van het krediet. In artikel 10 van de kredietovereenkomst is afgesproken dat de limietafbouw zou starten wanneer de kredietnemer – hier: de ex-partner van Consument - de 60-jarige leeftijd heeft bereikt. De limietafbouw zou hiermee in maart 2011 starten. In 2003 heeft de Bank, in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in artikel 10 van de kredietovereenkomst, eenzijdig het besluit genomen dat de limietafbouw zal starten vanaf het moment dat de kredietnemer de 65-jarige leeftijd heeft bereikt. Dit betekent dat de limietafbouw pas per maart 2016 zou starten. Consument heeft erover geklaagd dat de Bank dit besluit heeft genomen zonder haar medeweten en akkoord. In de schriftelijke procedure heeft de Bank aangegeven dat zij Consument hierin kan volgen. De Bank heeft het bedrag opnieuw berekend op basis van een limietafbouw per maart 2011. Het maximale bedrag waarvoor Consument hoofdelijk aansprakelijk is, heeft de Bank daarom verlaagd naar € 12.191,56.
Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de vordering van Consument dient te worden afgewezen.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99