Het is aan de contractspartijen om tot overeenstemming te komen over de prijs van de woonruimte; de regels van huur en verhuur van woonruimte in het Burgerlijk Wetboek (boek 7 titel 4 afdeling 5 BW) bevatten geen uitzonderingen voor familierelaties. Het uitgangspunt is dan ook dat huurovereenkomsten tussen ouders en kinderen niet anders zijn dan andere huurovereenkomsten en ook niet op een andere manier behandeld worden.
Ook de Wet op de huurtoeslag maakt momenteel dan ook geen onderscheid naar relatie tussen huurder en verhuurder.
Het onmogelijk maken van het ontvangen van huurtoeslag als de huurder van diens ouders huurt, impliceert dat wettelijk een onderscheid tussen verschillende categorieën huurders zou moeten worden gemaakt. Een huurder die een huurovereenkomst heeft met een familielid zou immers uitsluitend om die reden niet voor huurtoeslag in aanmerking komen. Daarmee zou deze huurder anders behandeld worden dan een huurder die niet huurt van een familielid. Het maken van onderscheid is alleen toegestaan als dat onderscheid gerechtvaardigd is. Als het te maken onderscheid niet geschikt is om het doel (tegengaan van misbruik van huurtoeslag in dit geval) te bereiken en als het te maken onderscheid niet proportioneel is (geen evenredigheid tussen het nagestreefde doel en de aangetaste belangen), is er geen sprake van een gerechtvaardigd onderscheid. Alleen als zou blijken dat er op grote schaal ernstige fraude/ongeoorloofde verrijking plaatsvindt door verhuur van woningen aan familieleden, zou deze afweging anders (kunnen) uitvallen.
Het treffen van een maatregel om verhuur aan familieleden te voorkomen, leidt helaas tot een lastig te begrenzen en zeer arbeidsintensieve maatregel die relatief eenvoudig is te omzeilen. Een woning kan door bijv. een stiefouder, grootouder, broer, zus, oom (of een familielid met een andere achternaam) worden gekocht en verhuurd. Daarnaast kunnen ook woningen worden gehuurd van vrienden of kennissen. Gesteld dat het zou lukken om al deze relaties uit te sluiten van verhuur en/of huurtoeslag dan kan de woning door een tussenpersoon worden verhuurd aan een familielid of bekende. De hier gegeven voorbeelden dienen ter illustratie van de veelheid aan constructies die mogelijk zijn, en niet allemaal zijn te voorzien of te voorkomen. Dit alles maakt een verbod op huurtoeslag in familierelaties, als dat niet al op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel zou staan, weinig effectief.
Om fraude te voorkomen wordt door Belastingdienst/Toeslagen bovendien al toezicht op de verschuldigde en betaalde huurprijs en servicekosten gehouden in het kader van de rechtmatigheid van de huurtoeslaguitgaven.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99