[Eiser: vertrokken ex-partner]
[Gedaagde: achtergebleven ex-partner in voormalige echtelijke woning]
Een ieder die gezamenlijk met een ander een goed (de gemeenschap) bezit kan in beginsel op elk moment verdeling van de gemeenschap vorderen. In beginsel is niemand verplicht tegen zijn of haar wil in onverdeeldheid te blijven. Het kan echter zijn dat de belangen van de andere eigenaren van de gemeenschap (de deelgenoten) zich tegen verdeling verzetten. De rechter kan in dat geval bepalen de verdeling voor een periode van maximaal drie jaren uit te sluiten. In de onderliggende zaak doet [gedaagde] hierop een beroep. Zij stelt tijd nodig te hebben om de woning en hypotheek op haar naam te krijgen.
Vanwege haar gezondheid zou [gedaagde] hiertoe op dit moment niet in staat zijn. [eiser] betwist dat de gezondheid van [gedaagde] eraan in de weg staat om de hypotheek te regelen.
Weliswaar worden door [gedaagde] stukken overgelegd waaruit kan worden opgemaakt dat zij aan het revalideren is van een openhartoperatie die op 18 december 2017 plaatsvond en nu te kampen heeft met koliekpijnen, maar daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat [gedaagde] niet in staat is geweest een gesprek aan te gaan met een hypotheekadviseur of hypotheekverstrekker. Te meer, nu [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat zij bij het regelen van de hypotheek hulp kon krijgen van haar huidige partner. De rechtbank ziet daarom in de gezondheidstoestand van [gedaagde] geen grond om verdeling van de woning voor een bepaalde periode uit te sluiten. De rechtbank verwerpt het verweer van [gedaagde] op dit onderdeel dan ook en oordeelt dat de woning in beginsel voor verdeling in aanmerking komt.
De belangen van [gedaagde] om in de woning te blijven wonen wegen niet op tegen de belangen van [eiser] om over te gaan tot verdeling daarvan. Zoals hierboven overwogen is in beginsel niemand verplicht in een onverdeelde gemeenschap te blijven. Dat bij de verkoop van een woning een restschuld ontstaat is geen voldoende zwaarwegend belang om de verdeling uit te sluiten. Ook de afspraken die partijen maakten over betaling van de hypotheek door [gedaagde] en betaling van de geldlening door [eiser] betekent niet zondermeer dat de gemeenschap onverdeeld moet blijven. Immers, beide partijen blijven hoofdelijk aansprakelijk jegens de hypotheekverstrekker en de Voordeelbank. De hypotheekverstrekker heeft inmiddels [eiser] aangesproken op de achterstand in hypotheekbetaling en de Voordeelbank heeft beslag gelegd op het inkomen van [gedaagde].
De rechtbank bepaalt dat de woning zal worden verdeeld, in dier voege dat de woning moet worden verkocht aan een derde, waarbij de netto opbrengst dan wel restschuld (na voldoening van de op de woning rustende financiering en bijkomende kosten) tussen partijen gelijkelijk zal worden verdeeld.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99