Met ingang van 1 januari 2019 is de Wet fiscale maatregel rijksmonumenten in werking getreden. Met de inwerkingtreding van deze wet is de fiscale aftrek van uitgaven voor rijksmonumentenpanden in de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: de fiscale aftrek) vervallen.
De subsidie kan worden aangevraagd door particuliere eigenaren-bewoners (niet bedrijfsmatig) van rijksmonumenten. Onder een particuliere eigenaar-bewoner wordt in dit beleidskader verstaan een natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijf heeft in een (gedeelte van een) rijksmonument dat zijn eigendom is of ten aanzien waarvan hij een ander zakelijk recht heeft. Wanneer sprake is van een gedeeld zakelijk recht (zoals gedeelde eigendom of een gedeeld appartementsrecht), dan worden die eigenaren of rechthebbenden tezamen als de particuliere eigenaar-bewoner aangemerkt.
Natuurlijk is het ook mogelijk dat een aanvraag wordt gedaan door een bevoegd vertegenwoordiger van één of meer particuliere eigenaren-bewoners. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een vereniging van eigenaars die een subsidieaanvraag doet namens de verschillende particuliere eigenaren-bewoners die ten aanzien van het betreffende rijksmonument een appartementsrecht hebben.
In aanmerking voor subsidie komen de kosten die door particuliere eigenaren-bewoners zijn gemaakt voor werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van een rijksmonument met een woonfunctie.
Om te bepalen welke werkzaamheden subsidiabel zijn, wordt aangesloten bij de bijlage van de Subsidieregeling instandhouding monumenten (hierna: Sim), de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten (hierna: de Leidraad). Met andere woorden: enkel de kosten die bij de toepassing van de Sim op basis van de Leidraad subsidiabel zouden zijn, zijn subsidiabel op grond van dit beleidskader. Hoofdstuk 1.1, onderdeel f, van de Leidraad is hierbij niet van toepassing.
De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten. Subsidieaanvragen waarbij de subsidiabele kosten lager zijn dan € 1.000,- komen niet voor subsidie in aanmerking. Omdat subsidiabele kosten lager dan € 1.000,- niet voor subsidie in aanmerking komen, kan een subsidie niet minder bedragen dan € 350,-.
Het subsidiepercentage van 35% wordt bij overschrijding van het subsidieplafond naar beneden bijgesteld. Voor subsidieverstrekking op grond van dit beleidskader is jaarlijks een bedrag van € 40 miljoen beschikbaar. Indien het beschikbare bedrag in enig jaar niet geheel wordt verstrekt, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het bedrag dat beschikbaar is voor subsidieverstrekking in het daaropvolgende jaar.
Wanneer het aantal toe te wijzen subsidieaanvragen zo groot is, dat het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt het percentage subsidiabele kosten herrekend om een overschrijding van het subsidieplafond te voorkomen. Deze herrekening voorkomt dat bij overschrijding van het subsidieplafond subsidieaanvragen volledig zouden moeten worden afgewezen; in plaats daarvan wordt voor alle aanvragen een lagere subsidie verstrekt. Bijvoorbeeld: indien bij toewijzing van alle subsidieaanvragen een bedrag van € 42 miljoen aan subsidie zou moeten worden verstrekt, wordt het bedrag subsidiepercentage verlaagd van 35% naar (bij benadering) 33%.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99